H7 - §7.3 Kracht en beweging

Kracht en beweging
Vandaag:
  • lesdoelen 7.3
  • instructie 7.3
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§7.3 - Kracht en beweging
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kracht en beweging
Vandaag:
  • lesdoelen 7.3
  • instructie 7.3
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§7.3 - Kracht en beweging

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de juiste formule om de gemiddelde snelheid uit te rekenen?
A
t = s : v
B
s = v x t
C
v = s : t
D
v = s x t

Slide 2 - Quizvraag

Een auto rijdt 385 km met een gemiddelde snelheid van 110 km/h. Bereken hoelang de auto over die afstand doet.
A
t = 3,5 h
B
t = 0,29 h
C
t = 0,75 h
D
t = 4,2 h

Slide 3 - Quizvraag

Na de start bereikt de TGV (hoge snelheids trein) in 3 minuten een snelheid van 88,3 m/s.

Bereken de gemiddelde snelheid in m/s
A
29,4 m/s
B
44,2 m/s
C
264,9 m/s
D
kun je niet zeggen

Slide 4 - Quizvraag

Je leert ...
  • bij een beweging voortstuwende en tegenwerkende krachten herkennen;
  • de nettokracht bepalen en aangeven wat het effect is van nettokracht op een beweging.

Slide 5 - Tekstslide

Discussievraag
Bedenk welke krachten een rol 
spelen als je een berg op fietst.

Slide 6 - Tekstslide

Voortstuwende kracht
Voortstuwende kracht: kracht die nodig is om te gaan bewegen.

Slide 7 - Tekstslide

Voortstuwende kracht
Voortstuwende kracht: kracht die nodig is om te gaan bewegen.
-motorkracht, spierkracht, zwaartekracht, .......




Slide 8 - Tekstslide

Voortstuwende kracht
Voortstuwende kracht: kracht die nodig is om te gaan bewegen.
-motorkracht, spierkracht, zwaartekracht, .......




Voortstuwende kracht werkt vóóruit in de richting van de beweging.

Slide 9 - Tekstslide

Voortstuwende kracht
Voortstuwende kracht: kracht die nodig is om te gaan bewegen.
-motorkracht, spierkracht, zwaartekracht, .......




Voortstuwende kracht werkt vóóruit in de richting van de beweging.
Voortstuwende kracht noemen we ook wel: aandrijfkracht

Slide 10 - Tekstslide

Tegenwerkende kracht
Tegenwerkende kracht: kracht die nodig is om af te remmen.






Slide 11 - Tekstslide

Tegenwerkende kracht
Tegenwerkende kracht: kracht die nodig is om af te remmen.
- wrijving, rolweerstand en luchtweerstand





Slide 12 - Tekstslide

Tegenwerkende kracht
Tegenwerkende kracht: kracht die nodig is om af te remmen.
- wrijving, rolweerstand en luchtweerstand




Tegenwerkende kracht werkt áchteruit, in tegenovergestelde richting van de beweging.

Slide 13 - Tekstslide

Wrijving
Als twee voorwerpen langs elkaar schuiven zorgt dit voor een tegenwerkende kracht.
Dit noemen we wrijving

Slide 14 - Tekstslide

Wrijving

Wrijving is kleiner bij:
- gladdere voorwerpen

Slide 15 - Tekstslide

Rolwrijving
Het rollen van de banden over de weg zorgt voor een tegenwerkende kracht.
Dit noemen we rolwrijving

Slide 16 - Tekstslide

Rolwrijving

Rolwrijving is kleiner bij:
- hardere banden
- harder wegdek
- gladdere banden
- gladder wegdek
- kleiner contactoppervlak tussen de band en de weg

Slide 17 - Tekstslide

Luchtwrijving
Als je fietst of loopt, wordt je tegengewerkt 
door de lucht. De lucht oefent een 
tegenwerkende kracht uit. 
Dit noemen we de luchtwrijving.

Slide 18 - Tekstslide

Luchtwrijving

De luchtweerstand is kleiner bij:
- een betere stroomlijn
- een lagere snelheid
- een kleiner frontaal oppervlak

Slide 19 - Tekstslide

Nettokracht
nettokracht

Slide 20 - Tekstslide

Nettokracht
nettokracht
-alle krachten in dezelfde richting bij elkaar optellen.


Slide 21 - Tekstslide

Nettokracht
nettokracht
-alle krachten in dezelfde richting bij elkaar optellen.

resulterende kracht 
of 
resultante

Slide 22 - Tekstslide

Nettokracht
3 soorten beweging:
- versnellen
- eenparig
- vertragen

Slide 23 - Tekstslide

Nettokracht
Versnellen
-als de voortstuwende kracht groter is dan de tegenwerkende kracht.
- nettokracht werkt in de bewegingsrichting


Slide 24 - Tekstslide

Nettokracht
Vertragen
-als de voortstuwende kracht kleiner is dan de tegenwerkende kracht.
- nettokracht werkt tegen de bewegingsrichting in.


Slide 25 - Tekstslide

Nettokracht
Eenparig
-als de voortstuwende kracht even groot is als de tegenwerkende kracht.
- nettokracht is 0 N

Slide 26 - Tekstslide

Motorkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht

Slide 27 - Sleepvraag


Slide 28 - Open vraag

Antwoord
F links = 700 + 800 = 1500N
F rechts = 500 + 400 + 500 = 1400N
Nettokracht = 1500 - 1400
Nettokracht = 100N

Het touw versnelt naar links

Slide 29 - Tekstslide

Peter staat voor het stoplicht te wachten tot hij verder mag rijden.
zijn snelheid is nu...
A
aan het vertragen
B
aan het versnellen
C
constant

Slide 30 - Quizvraag

Jan is aan het fietsen en produceert een spierkracht van 360 N.
De luchtweerstand is 330 N
Wat gebeurt er met zijn snelheid?
A
Jan heeft een constante snelheid
B
Jan is aan het versnellen
C
Jan is aan het vertragen
D
Dat kun je niet zeggen

Slide 31 - Quizvraag

Een kracht tekenen
Teken een kracht als een vector (pijl) met een:
  • A: aangrijpingspunt
  • B: richting
  • C: grootte

A
B
C

Slide 32 - Tekstslide

Tekenen op schaal
Om krachten te kunnen tekenen moet je een schaal kiezen.
Dit noemen we de krachtenschaal.

Voorbeeld: Teken een kracht naar links met een grootte van 85 Newton.
                         Kies als schaal  1cm ≙ 10 N.

Wat wordt de lengte van de vector (pijl) die je moet tekenen?

Slide 33 - Tekstslide

Krachtenschaal
Komt overeen met

Slide 34 - Tekstslide