Vooral de stofwisseling in de spieren, de lever en de spijsverteringsorganen levert warmte.
Tijdens verbranding in de cellen meer dan 60% productie van warmte en minder dan 40% energie voor de uitvoering van de cel functie
• Hierdoor blijven weefsels op temperatuur
• Overtollige warmte wordt door het bloed getransporteerd zodat de warmte egaal over het
lichaam verdeeld kan worden