Klas 2TH2 - Lesweek 4 - Les 2 + 3 / Toets SO K1

Was macht ihr diese Stunde ?



SO Kapitel 1
- Lernliste N-D + Lernliste D-N
- Grammatik (persoonlijk voornaamwoord + sein)
- Mobiele telefoon op stil -> in je tas.
- Tassen liggen achterin het lokaal.
- Denk aan een boek of huiswerk voor een ander vak (leg dat onder je tafel)
- Schuif de tafels uit elkaar.
- Op je tafel ligt een pen en een kladblaadje (dat krijg je van mij) en verder niets.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Was macht ihr diese Stunde ?



SO Kapitel 1
- Lernliste N-D + Lernliste D-N
- Grammatik (persoonlijk voornaamwoord + sein)
- Mobiele telefoon op stil -> in je tas.
- Tassen liggen achterin het lokaal.
- Denk aan een boek of huiswerk voor een ander vak (leg dat onder je tafel)
- Schuif de tafels uit elkaar.
- Op je tafel ligt een pen en een kladblaadje (dat krijg je van mij) en verder niets.

Slide 1 - Tekstslide

Achtung!
  • Als eerste: voor en achternaam, klas en datum (23 september) noteren op beide toetsen. (Gefeliciteerd: het eerste punt is binnen!)
  • Je schrijft met een pen.
  • Dyslectieverklaring? Grote  “D” op voorkant toetsblad.
  • Past een woord niet in het vakje? Prop het er dan niet in of overheen maar schrijf het woord achter de zin.
  • Wil je een woord verbeteren? Doorkrassen en het goede antwoord achter de zin schrijven. 



Slide 2 - Tekstslide

Klaar?
  • Leg je toets omgekeerd op tafel.
  • Leg ook je kladblaadje op tafel (onder de toets).
  • Wanneer ik je toets heb opgehaald, kun je:
1. een boek gaan lezen
2. verder gaan met huiswerk van een ander vak.
En blijf vooral stil: gun je klasgenoten ook de rust om hun toets te maken.

  • Voor spieken krijg je een 1.

Slide 3 - Tekstslide

Klaar?
  • Leg je toets omgekeerd op tafel.
  • Leg ook je kladblaadje op tafel (onder de toets).
Wanneer ik je toets heb opgehaald, kun je:
1. een boek gaan lezen
2. verder gaan met huiswerk van een ander vak.
timer
25:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

5 Minuten

Schoolregel: tijdens deze pauze ga je niet naar het toilet. 

Maar.... je mag van mij wel 
op je mobiel.
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Achtung!
  • Mobieltjes en oortjes in je tas 
(niet in je zak).
-Op tafel liggen je:
- Boek
- Schrift
- Etui
- Laptop



Slide 7 - Tekstslide

Was macht ihr diese Stunde?
- Hausaufgaben checken
- Oktoberfest
- 5 VOR12


Slide 8 - Tekstslide

Lernziele
Was lernt ihr diese Stunde?
- We oefenen nog een keer de persoonlijke voornaamwoorden en het werkwoord "sein".
- Na deze les weet je 


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Satz der Woche
Frage: 
Wer ist dran? 

Antwort: 
Ich bin dran. 
Du bist dran. 
..... ist dran. 

Slide 11 - Tekstslide

Hausaufgaben kontrollieren


T/H
H/V
Machen
Machen
Aufgabe 1 + 2 auf S. 172
Aufgabe 1 + 2 auf S. 172
Aufgabe 22: Sprachmittel: Duitse zin overschrijven in je schrift en de Nederlandse vertaling eronder schrijven.
Aufgabe 19: Sprachmittel: Duitse zin overschrijven in je schrift en de Nederlandse vertaling eronder schrijven.

Slide 12 - Tekstslide

Hausaufgaben voor volgende week.


TH
HV
Machen
Machen
S. 20 -> Aufgabe 16
S. 21 -> Aufgabe 21
S. 20 ->  Aufgabe 13
S. 21 -> Aufgabe 18
Lernen
Lernen
S. 27 Sprachmittel
S. 27 Sprachmittel
timer
4:00

Slide 13 - Tekstslide

ein Ballspiel
Wie is mijn spelleider?
ik ben
jij bent
hij is / Hans is
zij is / Sandra is
het is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
u bent

Slide 14 - Tekstslide

Oktoberfest

Slide 15 - Tekstslide

Wat weet jij van "das Oktoberfest"?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Bayern is het op een na grootste Bundesland van Deutschland.
A
richtig
B
falsch

Slide 18 - Quizvraag

De hoofdstad van Bayern is Hamburg.
A
richtig
B
falsch

Slide 19 - Quizvraag

De voetbalverreniging FC Bayern München is de grootste vereniging ter wereld.
A
richtig
B
falsch

Slide 20 - Quizvraag

De uitvinder van de spijkerbroek komt uit Bayern.
A
richtig
B
falsch

Slide 21 - Quizvraag

Bayern ligt in het Noord-Oosten van Duitsland.
A
richtig
B
falsch

Slide 22 - Quizvraag

Het allereerste Oktoberfest (1810) was eigenlijk bruiloft van een prins en een prinses.
A
richtig
B
falsch

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Das Oktoberfest ist ein Jahrmarkt.
Je ziet zo een filmpje van 2 minuten.
De vraag die je gaat beantwoorden is
Wat is "ein Jahrmarkt"?
Let op! Ook al versta je niet alles, je kunt toch het antwoord op de vraag vinden.


Slide 25 - Tekstslide

1

Slide 26 - Video

Möchtest du das Oktoberfest besuchen?

Slide 27 - Woordweb

Slide 28 - Tekstslide

06:01
Was ist "ein Jahrmarkt"?
A
Een kerstmarkt
B
Een pretpark
C
Een kermis
D
Ik weet het niet.

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide