In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
wereldgodsdiensten
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je welke godsdiensten er bestaan en hoe ze zijn ontstaan.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
In godsdienstige verhalen kun je veel verschillende dingen tegenkomen:
Verhalen bedoeld als letterlijk verslag van gebeurtenissen.
Wijze lessen voor het leven (met antwoorden op levensvragen).
Leefregels.
Het eren van de God of goden.
Verhalen die laten zien hoe belangrijk of bijzonder het eigen geloof is, de eigen God of de eigen profeet.
Uitleg van wie of wat God is.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Jodendom
Het jodendom kent meerdere heilige boeken. De Tora is hiervan de belangrijkste, dit zijn volgens joden de woorden van God.
De Talmoed is vooral commentaar en uitleg bij de Tora om deze beter te begrijpen.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Een van de eerste verhalen van de Joden gaat over de belofte tussen Abraham en zijn God. Als Abraham en al zijn nakomelingen God vereren en zich aan zijn regels houden, zal God voor ze blijven zorgen en hun volk een eigen land en een goede toekomst geven.
Een van de belangrijkste verhalen is dat de voorouders van de Joden slaven waren in Egypte. Zij hadden een zwaar leven waarin veel angst was en waarschijnlijk weinig hoop op een betere toekomst.
Zoals God ooit beloofd had, werden deze slaven gered en konden ze onder leiding van Mozes ontsnappen.
Het jodendom ontstond in het Midden-Oosten. De belangrijkste verhalen spelen zich af in het land Israël, het land dat volgens de verhalen door God beloofd werd aan het Joodse volk.
De vroegste Joden leefden in een wereld waar mensen in veel verschillende goden geloofden (=polytheïsme). Er was dan ook veel strijd om wiens God de beste was of welke je moest vereren.
In het begin van de 6e eeuw voor Christus (vanaf ± 597 v.Chr.) begon de Babylonische ballingschap. De Babyloniërs veroverden Jeruzalem en na verschillende opstanden werden veel Joodse leiders en anderen uit hun land gezet en naar Babylon gestuurd.
Voor Joden is de Babylonische ballingschap een zware periode uit hun geschiedenis. Ze waren hun land en hun Tempel kwijt en mochten niet terug. De Babyloniërs vereerden ook andere goden. De Joodse gemeenschap in Babylon wilde hoop houden en niet vergeten wie ze waren en waar ze vandaan kwamen. In deze tijd werden de meeste verhalen uit het Joodse heilige boek geschreven.
In het jodendom is juist geloof in één God (monotheïsme) en trouw zijn aan die ene God belangrijk.
Slide 8 - Tekstslide
Christendom
Het heilige boek van de christenen is de Bijbel: een verzameling van veel verschillende boeken bij elkaar. Hoe je deze moet begrijpen daar zijn veel meningen over. De twee belangrijkste:
Het gaat niet om of het waar is of niet, maar om de boodschap van het verhaal.
Alle verhalen zijn letterlijk zo gebeurd.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Jezus was ontevreden over hoe de joodse leiders omgingen met het geloof en met niet-joden. Hij vond vooral naastenliefde belangrijk. Dat je de mensen om je heen accepteert en goed behandelt, ongeacht wie ze zijn.
Het belangrijkste geloof in het land was het jodendom. In de tijd van Jezus werd Israël geregeerd door de Romeinen, die hun eigen geloof hadden.
Het christendom begon in het Midden-Oosten in het land Israël met het leven van de joodse Jezus van Nazareth. Later werd hij ook wel Jezus Christus genoemd, daarom noemen we zijn volgelingen ‘christenen’.
In de eerste eeuw na Jezus’ dood schreven een aantal van zijn volgelingen verhalen over zijn leven. Hiermee wilden ze anderen overtuigen om het voorbeeld van Jezus te volgen en wilden ze hun nieuwe geloof (het christendom) verspreiden.
Christenen geloven dat er maar één god is (monotheïsme).
Jezus werd veroordeeld door de Romeinse overheid en gekruisigd. Volgens de verhalen is hij daarna weer uit de dood opgestaan. Latere volgelingen van Jezus waren vooral onder de indruk van zijn dood en opstanding. Paulus legde dit uit als dat Jezus was gestorven voor de zonden van alle mensen.
De eerste christenen waren vaak kleine groepjes in verschillende landen rond de Middellandse Zee. Zij vonden het soms moeilijk om trouw te blijven aan hun geloof. In de Bijbel vind je veel brieven en verhalen voor deze eerste christenen, om ze te steunen in hun geloof.
Slide 11 - Tekstslide
Islam
Het heilige boek van de islam is de Koran,volgens moslims staan hierin de woorden van God zelf.
De Hadith vertelt over het leven van Mohammed, de speciale boodschapper van God. Deze gebruiken veel moslims als voorbeeld voor hoe ze moeten leven.
Slide 12 - Tekstslide
De islam begin in de stad Mekka in het land wat we nu kennen als Saoedi-Arabië, in het gebied dat we het Midden-Oosten noemen. Het begon in de 6e/7e eeuw na Christus met de profeet Mohammed.
In die tijd waren er al veel godsdiensten in het Midden-Oosten. Het jodendom en het christendom bestonden al lange tijd en veel van de mensen in Arabië vereerden allemaal verschillende goden.
Mekka werd in die tijd bestuurd door een aantal machtige families die verschillende goden vereerden (=polytheïsme). Vaak vereerden ze deze goden in de vorm van beelden. Dit grote zwarte gebouw (de Ka'aba) stond vroeger vol met godenbeelden.
Toen Mohammed steeds meer volgelingen kreeg, werden deze eerste moslims veel lastiggevallen door de inwoners en machtige families van Mekka. Die waren niet blij met Mohammed, die zei dat je maar in één onzichtbare God moest geloven (=monotheïsme).
Volgens Mohammed was Mekka een gevaarlijke plek van dieven en bedriegers. Er was veel geweld en oneerlijkheid om hem heen.
Veel verhalen maken duidelijk dat Mohammed speciaal door God werd uitgekozen om mensen te vertellen over het geloof.
Slide 13 - Tekstslide
Hindoeïsme
Hindoes kennen twee soorten belangrijke teksten.
De heiligste boeken met de woorden van de goden.
Uitleg over hoe je de heilige boeken moet begrijpen en hoe te leven.
De boeddhistische teksten bestaan uit leefregels, de woorden van de Boeddha en uitleg over de wereld & over het geloof.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Later, toen Groot-Britannië India veroverde werd ‘hindoe’ de naam voor iedereen in India die niet christen, jood of moslim was. ‘Hindoeïsme’ werd dus een verzameling van allemaal tradities en geloven in India, met veel verschillende ideeën over de goden (of God).
In het hindoeïsme worden veel verschillende goden vereerd (polytheïsme)
In de tijd dat het boeddhisme begon was er veel strijd tussen de krijgers en priesters over wie nu het beste/hoogste was. De Boeddha zei: ‘je geboorte bepaalt niet hoe hoog je bent, maar wat je doet in je leven’.
India kende in de tijd van de Boeddha (en ook nu nog) veel rondreizende wijze mannen of ‘heilige mannen’ die mensen leerden over het geloof, vertelden over de goden en hoe je moet leven.
Het boeddhisme begon in een gebied dat nu op de grens ligt van Nepal en India, in ± 500 voor Christus.
Het hindoeïsme begon lang geleden (± 3500-1500 v.Chr.) rond de rivier de Indus in India. ‘Hindoe’ betekende eerst ook gewoon ‘iemand die rond de Indus woont’.
In het vroege hindoeïsme was het heel belangrijk om de juiste rituelen voor de goden uit te voeren. Je moest alles precies goed doen en zeggen voor de goden. Het hindoeïsme is dan ook een geloof waarin het belangrijk is wat je doet.
Het vroegste geloof in India begon met natuurgoden (god van het vuur, god van de wilde dieren, zonnegod, god van de lucht enz.).
Slide 16 - Tekstslide
Hindoeïsme
Islam
Christendom
Jodendom
Boeddhisme
Belangrijk onderwerp: kruisiging en opstaan uit de dood.
1e eeuw n.Chr.
± 500 v.Chr.
± 1500 v.Chr.
± 3500-1500 v.Chr.
622 n.Chr.
Belangrijke onderwerpen: angst en hoop op een betere toekomst.
Belangrijk onderwerp: naastenliefde.
Veel verschillende tradities en geloven.
Situatie: verschillende rondreizende heilige mannen die allemaal vertellen hoe je moet leven.
Situatie: strijd om wie het beste is.
Mohammed als speciale boodschapper van God.
Belangrijk onderwerp: speciale belofte van God.
Mensen overtuigen van het nieuwe geloof.
Strijd tussen geloven in godenbeelden en geloven in één God.
Belangrijker wat je doet, dan wat je gelooft.
Slide 17 - Sleepvraag
Begrippen uit deze les
polytheïsme
monotheïsme
naastenliefde
Slide 18 - Tekstslide
Personen uit deze les
Jezus van Nazareth
Mohammed
Prins Siddhartha
Mozes
Slide 19 - Tekstslide
Jaartallen uit deze les
± 3500-1500 v. Chr.: begin hindoeïsme
± 1500 v.Chr.: begin jodendom
± 500 v.Chr.: begin boeddhisme
1e eeuw n.Chr.: begin christendom
622 n.Chr.: begin islam
Slide 20 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 21 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen