Dagdelen, rangtelwoorden

• NT2
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Seizoenen, maanden, dagen, dagdelen, telwoorden

Een ander woord voor voorjaar is .............

1. winter
2. lente
3. zomer
4. herfst

Een ander woord voor najaar is .............

1. winter
2. lente
3. zomer
4. herfst

Op 21 maart begint de .............

1. winter
2. lente
3. zomer
4. herfst

Schrijf de maanden van het jaar onder elkaar.

Schrijf de dagen van de week onder elkaar.

Dagdelen: een deel van de dag

de ochtend/de morgen

de middag

de avond

de nacht

Dagdelen

 in de ochtend/in de morgen = 's ochtends / 's morgens 

in de middag = 's middags

in de avond = 's avonds 

in de nacht = 's nachts 

Dagdelen

's Morgens is van 6:00 uur tot 12:00 uur.

's Middags is van 12:00 tot 18:00 uur.

's Avonds is van 18:00 uur tot 24:00 uur.

's Nachts is van 24:00 tot 6:00 uur. 

Telwoorden 

Telwoorden zijn cijfers en nummers. 

Met telwoorden kun je tellen:

1, 2, 3, 4, 5, ...

160, 161, 162, ...

1.050, 1.051, 1.052, ...

Telwoorden kunnen ook een volgorde geven.

1^e, 2^e, 3^e, ...

eerste, tweede, derde, ...

56^e, 57^e, 58^e

^{zesenvijftigste, zevenenvijftigste, achtenvijftigste}

Wat zijn de regels om een telwoord van volgorde te maken?

Van 1 - 20: meestal telwoord + de

Eindigt een telwoord op  -t,  -d,  -g ?  Schrijf telwoord  + ste. 

Regels: meestal telwoord + de

Laatste letter -t, -d, -g? +ste

Van 1 tot 10

1e: eerste (niet eende)

2e: tweede

3e: derde (niet driede)

4e: vierde

5e: vijfde

6e: zesde

7e: zevende

8e: achtste (want acht)

9e: negende

10e: tiende

LET OP!

1e = eerste eende

3e = derde driede

Regels: meestal telwoord + de

Laatste letter -t, -d, -g? +ste

Van 10 tot 20

11e: elfde

12e: twaalfde

13e: dertiende 

14e: veertiende (niet viertiende)

15e: vijftiende

16e: zestiende

17e: zeventiende

18e: achttiende

19e: negentiende

20e: twintigste (laatste letter is -g)

LET OP!

14e = veertiende viertiende  

Dus wat zijn de regels?

Telwoord dat volgorde geeft = meestal telwoord + de

vierde, zesde, negende

Maar niet voor:

1e= eerste                              8e = achtste                 50e = vijftigste

3e= derde                            20e = twintigste          100e = honderdste

                                                

Zes is een telwoord dat volgorde geeft.

1. Goed
2. Fout

Wat is een telwoord dat volgorde geeft?

1. Tien
2. Vijfde
3. 100
4. Vijfentwintig

Welk telwoord geeft een aantal?

1. vierde
2. eerste
3. negentien
4. tiende

Welk telwoord geeft een volgorde?

1. nul
2. honderd
3. dertien
4. negende

eerste

derde

vierde

vijfde

tweede

Maandag is de ________ dag van de week.

Woensdag is de _________ dag van de week.

Vrijdag is de ________ dag van de week.

Zaterdag is de __________ dag van de week.

Dinsdag is de ___________ dag van de week.

Zondag is de ______ dag van de week.

Ik weet nu wat telwoorden zijn die een aantal geven.

1. ja
2. nee

Ik weet nu wat telwoorden zijn die een volgorde geven.

1. ja
2. nee
3. een beetje

Ik kan telwoorden nu goed schrijven.

1. ja
2. nee
3. een beetje