Woordenschat H3 en H4 1TL

WELKOM
3 Kader
Welkom
1TL2
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom
1TL2

Slide 1 - Tekstslide

1TL2 De les start over twee minuten !
- Mobiel in de bak
- Boek, laptop, pen en schrift op  
   tafel
- Tas van de tafel

timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Programma van de les
Programma:
  • Aanwezigheid
  • Gemaakte Flyer inleveren
  • Gedicht van de dag
  • Voorbereiding op de toets van vrijdag

Lesdoel:
Voorbereiden op de toets van vrijdag

Slide 3 - Tekstslide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 4 - Tekstslide

Inleveren Flyer

Slide 5 - Tekstslide

Gedicht van de dag
Denken
Eerst dacht ik: ‘niet aan denken’,
Dat heb ik toen gedaan,
Maar twee seconden later,
Dacht ik er tòch weer aan

Nee, zo eenvoudig is dat niet,
Want weet je, wat je ook doet,
Je denkt er óók aan als je denkt
Dat j’er niet aan denken moet.

Toon Hermans

Slide 6 - Tekstslide

Ben je al klaar voor de toets?
Toets Woordenschat H3 +H4
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Woordenschat H3
Een voorbeeld zoeken

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik ken tenminste 2 manieren om een voorbeeld in een zin of tekst te vinden
  • Ik kan voorbeelden in een zin of tekst herkennen

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Voorbeelden staan tussen haakjes, komma's of streepjes
  • Voorbeelden worden aangegeven door de woorden zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van
  • Soms staan na een dubbele punt ook voorbeelden

Slide 10 - Tekstslide

Oefenzin
Mijn vriendin Wendy heeft goede eigenschappen: ze is vriendelijk, vrolijk en betrouwbaar.

Hoe wordt er in deze zin een voorbeeld aangegeven?

Tussen haakjes, komma's of streepjes
Na een dubbele punt
of na de woorden zoals, bijvoorbeeld of een voorbeeld van

Slide 11 - Tekstslide

Oefenzin
Mijn vriendin Wendy heeft goede eigenschappen: ze is vriendelijk, vrolijk en betrouwbaar.

Hoeveel voorbeelden worden gegeven in deze zin?

1, 2, 3 of 4

Slide 12 - Tekstslide

Mijn vriendin Wendy heeft veel goede eigenschappen: ze is vriendelijk, vrolijk en betrouwbaar.

Hoe wordt er in deze zin een voorbeeld aangegeven?
A
Tussen haakjes, komma's of streepjes
B
na woorden als zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van
C
na een dubbele punt

Slide 13 - Quizvraag

Mijn vriendin Wendy heeft veel goede eigenschappen: ze is vriendelijk, vrolijk en betrouwbaar.

Hoeveel voorbeelden worden gegeven in deze zin?
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 14 - Quizvraag

Mijn vriendin Wendy heeft goede eigenschappen: ze is vriendelijk, vrolijk en betrouwbaar.

Waar zijn het voorbeelden van?

Slide 15 - Open vraag

In het weekend besteden veel mensen tijd aan hun hobby's, zoals sporten, lezen of film kijken.

Hoe wordt er in deze zin een voorbeeld aangegeven?
A
Tussen haakjes, komma's of streepjes
B
na woorden als zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van
C
na een dubbele punt

Slide 16 - Quizvraag

In het weekend besteden veel mensen tijd aan hun hobby's, zoals sporten, lezen of film kijken.

Hoeveel voorbeelden worden gegeven in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quizvraag

In het weekend besteden veel mensen tijd aan hun hobby's, zoals sporten, lezen of film kijken.

Waar zijn het voorbeelden van?

Slide 18 - Open vraag

Tijdens de workshop kun je met verschillende materialen (hout, gips, metaal, kurk) aan de slag gaan.

Hoe wordt er in deze zin een voorbeeld aangegeven?
A
Tussen haakjes, komma's of streepjes
B
na woorden als zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van
C
na een dubbele punt

Slide 19 - Quizvraag

Tijdens de workshop kun je met verschillende materialen (hout, gips, metaal, kurk) aan de slag gaan.

Hoeveel voorbeelden worden gegeven in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Tijdens de workshop kun je met verschillende materialen (hout, gips, metaal, kurk) aan de slag gaan.

Waar zijn het voorbeelden van?

Slide 21 - Open vraag

Dit is geen woordraadstrategie:
A
synoniem zoeken
B
omschrijving zoeken
C
vooruit lezen
D
voorbeelden zoeken

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een woordraadstrategie?
A
woordenboek opzoeken
B
synoniem zoeken in de tekst
C
teruglezen
D
op google zoeken

Slide 23 - Quizvraag

Aan welke woorden kun je zien dat er een voorbeeld volgt?
A
zoals, bijvoorbeeld, want
B
bijvoorbeeld, denk aan, zoals
C
als, omdat, bijvoorbeeld

Slide 24 - Quizvraag

Een voorbeeld zoeken
Voorbeelden staan vaak tussen _______, ______ of ______.

Voorbeelden worden aangegeven door de woorden ______, ______ en ______.

Soms staan er ook voorbeelden na _______.

Slide 25 - Tekstslide

Een tegenstelling
Woorden die elkaars tegenovergestelde zijn, noem je een tegenstelling.
Signaalwoorden als:
 anderzijds, echter, toch, maar, daarentegen en hoewel, evenwel, aan de andere kant
helpen om een tegenstelling te vinden in de zin.

Slide 26 - Tekstslide

Schrijf minimaal 4 signaalwoorden van een tegenstelling op.

Slide 27 - Woordweb

Oefenen
Je krijgt hierna 5 verschillende zinnen.
Noteer van iedere zin het signaalwoord van de tegenstelling.

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het signaalwoord in de zin:
Hoewel hij op tijd was vertrokken, was hij toch te laat.

Slide 29 - Open vraag

Wat is het signaalwoord in de zin:
De docent begreep hem wel, maar hij kreeg toch straf.

Slide 30 - Open vraag

Wat is het signaalwoord in de zin:
Ik wilde vanavond graag patat eten, mijn moeder had echter pannenkoeken gebakken.

Slide 31 - Open vraag

Wat is het signaalwoord in de zin:
Ook al doet hij stom, ik vind hem toch aardig.

Slide 32 - Open vraag

OP school gaat de tijd heel langzaam, maar in de vakantie juist heel snel.

Slide 33 - Open vraag

Tot slot
Je krijgt nog een aantal uitdrukkingen met een tegenstelling. Schrijf het juiste woord erachter.

Slide 34 - Tekstslide

Door dik en …….

Slide 35 - Open vraag

Vroeg of ……. komt de aap uit de mouw.

Slide 36 - Open vraag

Je bent klaar. Wat moet je na het maken van deze les nog oefenen?

Slide 37 - Open vraag