3b-theme 4

Welcome
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

Today's planning
* Terugblik vorige les
* Lesdoel bespreken
* Watch Newsround
* Opdracht maken

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Je kan de tegenwoordige tijd  en duurvorm tegenwoordige tijd uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Word order
On wednesdays - plays - George - at school - football
  • George plays football at school on Wednesdays
a new - bought - game - his brother - has
  • His brother has bought a new game
always- Sam - sandwiches- eats - for lunch
  • Sam always eats sandwiches for lunch

Slide 4 - Tekstslide

Grammar
Wie doet wat waar wanneer

I go skateboarding in the park on Sundays.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Present simple
Je gebruikt de tegenwoordige tijd om te praten over feiten, gewoonten, en regelmatige gebeurtenissen.
I like football.
You like football.
He/she/it likes football.
We like football

Slide 7 - Tekstslide

Present simple
Woorden die op -y eindigen krijgen -ies.

I study a lot.
Sam studies a lot.

Slide 8 - Tekstslide

Present continuous
De duurvorm in de tegenwoordige tijd.
  • I am teaching and you are listening now.
  • I am talking at the moment.
Ik ben les aan het geven.
Jullie zijn aan het luisteren.

Slide 9 - Tekstslide

Present continuous
De duurvorm in de tegenwoordige tijd.
  • I am teaching and you are listening now.
  • I am talking at the moment.
Ik ben les aan het geven.
Jullie zijn aan het luisteren.

Slide 10 - Tekstslide

Present continuous
De duurvorm in de tegenwoordige tijd.
  • I am teaching and you are listening now.
  • I am talking at the moment.
Ik ben les aan het geven.
Jullie zijn aan het luisteren.

Slide 11 - Tekstslide

Signaalwoorden
1. I am reading a book now!
2. He is drawing a picture as we speak.
3. We are currently playing football.
4. I am having a breakfast at the moment.

Slide 12 - Tekstslide

Present continuous
Je hebt 2 werkwoorden nodig om present cont. te vormen.
1. een vorm van TO BE
am, are, is
2. werkwoord + ing
I am reading.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe maak je het?
Vorm van TO BE + werkwoord + ing
I am reading a book now.
He is drawing at the moment.
We are playing football.
I am having breakfast.

Slide 14 - Tekstslide

Uitzondering
Werkwoord -e
to have/ give
We are having lunch.
My teacher is giving us too much homework

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
Workbook page 21
Textbook page 71
Exercise 27 & 28
20 minutes
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide