Thema 10 Blok 4 Jij en Europa

Blok 4 Jij en Europa
Deelvraag:
Wat betekent Europa voor jou? 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Blok 4 Jij en Europa
Deelvraag:
Wat betekent Europa voor jou? 

Slide 1 - Tekstslide

Les 1 Wat gaan we doen? 
  • Topotoets 
  • Blok 4: Jij en Europa intro

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen blok 3
Neem een lege pagina in je schrift. Schrijf de vraag over en beantwoord de vragen.  Zelfstandig. Je mag je boek gebruiken. 

  1. Wat is Marshallhulp en noem  twee redenen  waarom de Amerikanen deze hulp aan Europa gaven. 
  2. Geef twee kenmerken van  kapitalisme 
  3. Geef twee kenmerken van communisme.
  4. Noem twee gevolgen van de Koude Oorlog voor Europa .
  5.  Geef een omschrijving geven van de EGKS, de EEG en de EU
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Les 2 Wat gaan we doen? 
  • Agenda invullen
  • Uitleg Blok 4
  • Kijken Geoclips Roemenie ook EU
  • Zelfstandig werken
  • Samenwerken
  • Afsluiten

Slide 4 - Tekstslide

Agenda invullen
Blok 4 Jij en Europa:
Lezen LB: blz. 92 t/m 93
Maken: 1, 2, 3 (GB53 84E+F), 4, 5, 7, 8 (GB53 87C), 9, 10, 13, 16
Leren: Leerdoelen + begrippen blok  1 t/m 4

2A& 2B& 2C & 2D bij 26 februari
2E& 2F bij 28 februari

 


Slide 5 - Tekstslide

Wat leer je in Blok 4? 
  • Je kan drie eisen noemen waaraan een land moet voldoen om lid te mogen worden van de EU.
  • Je kan twee voordelen en twee nadelen noemen van de uitbreiding van de EU.
  • Je kan uitleggen op welke manier de EU reizen in de EU makkelijker maakt. 
  • Je kan drie kenmerken noemen die die typisch zijn voor de Europese cultuur en deze kenmerken kan je toelichten.

Slide 6 - Tekstslide

Toekomst van Europa 
Momenteel heeft de EU 28 lidstaten. 

Ieder Europees land kan lid worden als:
1. het land een democratie en rechtsstaat is.
2. het land een kapitalistische economie heeft.
3. het land de regels en het doel van de EU wil nastreven.

 
 

Je kan drie eisen noemen waaraan een land moet voldoen 
om lid te mogen worden van de EU.

Slide 7 - Tekstslide

Een land kan lid worden van de EU als het een democratie is.
Maar wat is een democratie?
A
De koning regeert en maakt de wetten
B
Het kabinet regeert en maakt alle wetten
C
De Tweede Kamer maakt alle wetten en kiezen de regering.
D
Het volk kiest zijn vertegenwoordigers en die besturen het land

Slide 8 - Quizvraag

Een land kan lid worden van de EU als het een rechtstaat is.
Maar wat is een rechtstaat?
A
Eén iemand heeft de macht in een land.
B
De burgers hebben grondrechten die in een grondwet staan.
C
De overheid en politie hoeft zich niet aan de regels te houden.
D
Een staat waar iedereen zich moet houden aan de wetten en regels van het land

Slide 9 - Quizvraag

Een EU land moet een kapitalistische economie hebben. Maar wat is een kapitalistische economie?
A
Een economie bepaalt door vraag en aanbod.
B
Een economie waar de staat bepaalt wat en hoeveel er geproduceerd wordt.
C
Een economie waar iedereen een eigen bedrijf mag beginnen en daar geld mee verdienen.
D
Een economie waar je een bedrijf mag oprichten in overleg met de overheid.

Slide 10 - Quizvraag

Toekomst van Europa 
In 2005 is de Europese Grondwet weggestemd door de burgers van Nederland en Frankrijk
In 2008 alsnog een Europese grondwet aangenomen (Verdrag van Lissabon)

Het probleem: Ongelijke welvaart in de landen. Het noorden van Europa is rijker dan het zuiden en het oosten. Rijke landen zijn bang dat ze moeten betalen voor armere landen.

Je kan twee voordelen en twee nadelen noemen 
van de uitbreiding van de EU.

Slide 11 - Tekstslide

Reizen, leren en werken in de EU
Voordelen van reizen binnen de EU:
  • Met een Europees paspoort hoef je niet meer te stoppen bij grenzen van landen die het Schengenakkoord hebben ondertekend. 
  • Je hoeft geen geld meer te wisselen binnen de Eurozone. 
  • In alle landen van de EU is 112 het gratis alarmnummer. 
  • Je kunt in elk land van de EU werken, wonen en studeren. 

Je kan uitleggen op welke manier de EU reizen in de EU makkelijker maakt. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De Europese identiteit
Het is lastig om een Europeaan te herkennen.
In 28 landen wonen bijna 500 miljoen mensen.
Zij spreken 23 verschillende talen, als je alleen de officiële talen meetelt.

Minder dan 5% van de burgers in Europa voelt zich in de eerste plaats Europeaan. Ze voelen zich meer Ier of Duitser of….

Slide 14 - Tekstslide

De Europese identiteit
Toch zijn er ook typisch Europese kenmerken: 

1. de individualistische cultuur ( vrij zijn en persoonlijke ontwikkeling is belangrijk)
2. de Europese cultuur gebaseerd op christelijke tradities (kerstmis, zondag)
3. De Verlichting: de kracht van de rede en alle mensen zijn van nature vrij en gelijk >>  mensenrechten zijn belangrijk in Europa
4. Het landschap en geschiedenis hebben gezorgd voor een handelscultuur en veel contact tussen landen (Dus steden lijken op elkaar, er zijn veel resten van de Romeinse/Griekse cultuur, kerken)

Je kan drie kenmerken noemen die die typisch 
zijn voor de Europese cultuur  

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag! 
Blok 4 Jij en Europa:
Lezen LB: blz. 92 t/m 93
Maken: 1, 2, 3 (GB53 84E+F), 4, 5, 7, 8 (GB53 87C), 9, 10, 13, 16
Leren: Leerdoelen + begrippen blok 1 t/m 4

Klaar? Eindsprint maken, Oefenen met Wikiwijs, Quizlet of de eindsprint. 
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Samenwerken
Blok 4 Jij en Europa:
Lezen LB: blz. 92 t/m 93
Maken: 1, 2, 3 (GB53 84E+F), 4, 5, 7, 8 (GB53 87C), 9, 10, 13, 16
Leren: Leerdoelen + begrippen blok 1 t/m 4

Klaar? 
Eindsprint maken - Interactieve schoolplaten bekijken- 
Quizlet oefenen. Oefenen met Mundo Online.  Wikiwijs maken. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je geleerd deze les?
Noem drie onderdelen.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Les 3 Wat gaan we doen? 
  • Werk afronden
  • Aftekenen
  • Spel Party en Co

Slide 21 - Tekstslide

Party en Co
  • Maak een groep van maximaal 6 personen
  • Een persoon leest de uitleg voor.
  • Gebruik één mobiel als timer. 


Klaar? Rond je werk af! 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide