Lezen quiz van les 1-3
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke doelen kunnen teksten hebben?
Slide 2 - Woordweb
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het voornaamste doel van 'globaal lezen'?
A
De tekst helemaal begrijpen
B
Het onderwerp bepalen
C
Hoofdzaken uit de tekst halen
D
Een tekst beoordelen
Slide 4 - Quizvraag
Informeren
overtuigen
instrueren
waarschuwen
activeren
adviseren
uitleggen hoe je iets moet doen
dat je iets te weten komt
je raad geven
dat je iets niet doet
dat je dezelfde mening krijgt als hij/zij
dat je iets gaat doen
Slide 5 - Sleepvraag
Informeren
overtuigen
instrueren
overhalen
Brochure studiefinanciering
besluitenlijst werkbespreking
bijsluiter medicijn
advertentie voor mascara
woordenboek
filmaffiche
brief van de gemeente over riolering
betoog over de zin vh strenger straffen
handleiding boormachine
column in de krant
Slide 6 - Sleepvraag
Hoe check jij of een tekst op internet betrouwbaar is?
Slide 7 - Open vraag
Hoe lees je een tekst om te beoordelen
of deze betrouwbaar is?
of deze betrouwbaar is?
A
zoekend
B
precies
C
kritisch
D
globaal
Slide 8 - Quizvraag
Is een reclame over antiverouderingsmiddelen van de drogist een betrouwbare bron?
A
Ja, de drogist weet hoe de pillen werken.
B
Ja, de maker van de pillen weet wel hoe de pillen werken.
C
Nee, de drogist is niet deskundig genoeg.
D
Nee, de drogist wil je overtuigen om ze te kopen.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste tekstdoel van reclame?
A
informeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
activeren
Slide 10 - Quizvraag
Welke tekst is betrouwbaarder?
A
Een tekst die bedoeld is om de lezer te overtuigen/activeren
B
Een tekst die bedoeld is om vooral feitelijke informatie te geven
Slide 11 - Quizvraag
De datum waarop de tekst is gepubliceerd, is belangrijk voor de betrouwbaarheid
A
Nee: iets wat eens waar was, is altijd waar
B
Nee: daar hoef je niet naar te kijken
C
Ja: oude informatie kan inmiddels achterhaald zijn
D
Ja: dat is gewoon belangrijk
