LE11A - Persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GGZMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijkheidsstoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Doel:
‘Na deze les kan je vertellen welke persoonlijkheidsstoornissen er zijn en wat hiervan de symptomen zijn.’

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Big Five

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijkheid?
A
Is aangeleerd (nurture)
B
Is aangeboren (nature)
C
Is zowel aangeleerd en aangeboren
D
weet ik niet

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is het een persoonlijkheidsstoornis?
- Extreme variaties van gewone karaktertrekken 
- Afwijkend van eigen cultuur
- Duurzaam en star patroon van niet functionerend denken, voelen, beleven, relaties, impulsbeheersing.
- Veroorzaakt lijden voor de persoon en/of omgeving
- Niet door lichamelijke aandoening (NAH/dementie)

Slide 5 - Tekstslide

Chronisch.
Gedragingen kunnen milder worden.
Via therapie met stoornis leren omgaan. 
Een persoonlijkheidsstoornis komt voor bij 10-15 % van de mensen in de samenleving.
Bij cliënten in de psychiatrie is dit 40-80%.

Diagnose: mensen voldoen vaak aan de criteria van meer dan een persoonlijkheidsstoornis. Stoornissen met dezelfde kenmerken. bijv. problemen sociale interacties.

Slide 6 - Tekstslide

Chronisch.
Gedragingen kunnen milder worden.
Via therapie met stoornis leren omgaan. 
10 persoonlijkheidsstoornissen
Onderverdeeld in 3 clusters
A:  Wantrouwen/excentriek/vreemd

B:  Dramatisch/emotioneel/labiel

C:  Angstig/nerveus

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken persoonlijkheidsstoornis
Temperament
Opvoeding
Sociale factoren
Levenservaring
De samenhang tussen deze oorzaken is belangrijker dan de individuele oorzaken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cluster A
  1. Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
  2. Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
  3. Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

Kenmerken:
  • Weinig contact
  • Beperking sociale relaties
  • Leven geïsoleerd
  • Soms excentriek
  • Hulp vermijdend.

Slide 9 - Tekstslide

Paranoïde: wantrouwig en achterdochtig. 
Moeilijk in de omgang.
Schizoïde: afstandelijk, vlak. Moeilijk om gepaste emotionele reactie te geven.
Schizotypische: eigenaardige overtuigingen, bijzondere manier van denken, magische denkbeelden. Excentriek. 
Cluster B
  1. Borderline persoonlijkheidsstoornis
  2. Antisociale persoonlijkheidsstoornis
  3. Narcistische persoonlijkheidsstoornis
  4. Theatrale persoonlijkheidsstoornis

Kenmerken
  • Weinig beheersing impulsen en emoties.
  • Snelle behoeftebevrediging
  • Slecht in het onderhouden van (stabiele) relaties.
  • Verstorend effect op omgeving

Slide 10 - Tekstslide

Dramatisch, impulsief en/of wispelturig.
Antisociale: Lukt niet om te houden aan normen, sociale regels en de wet. Geen respect, ongevoelig, opgeblazen zelfbeeld.
Histrionische: middelpunt van belangstelling, theatraal en dramatisch. Bijv.: dreigen met zelfmoord.
Narcistische: zichzelf belangrijk, bewondering, succes, macht. Geen inlevingsvermogen, arrogant. 
Borderline
  • Impulsief gedrag: financieel, relationeel
  • Stemmingsschommlingen
  • Onzeker
  • Voelen zich eenzaam
  • Verwachtingen leiden tot teleurstellingen
  • Zelfbeschadiging

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Automutilatie (zelfbeschadiging)
  • Symptoom van ondraaglijke innerlijke pijn, radeloosheid en wanhoop
  • Lichamelijke pijn verzacht de innerlijke pijn
  • Ontladen van spanning
  • Onmacht gevoel van controle

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Cluster C
  1. Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
  2. Vermijdende persoonlijkheidsstoornis
  3. Dwangmatige (obsessief-compulsieve) persoonlijkheidsst.
Kenmerken
Sociale vermijding
Dwangmatig handelen
Onzelfstandigheid
Beter aanpassen maatschappij dan cluster A en B

Slide 15 - Tekstslide

Zorgelijk, vreesachtig. Kindertijd: verlegenheid, angst.
Vermijdende: Tekortschieten, bang voor kritiek, afwijzing of afkeuring. 'Onzichtbaar'. 
Afhankelijke: Onderdanig, vraagt goedkeuring, gebrek aan zelfvertrouwen, verantwoordelijkheden aan anderen laten. 
Dwangmatig: perfectionistisch, ordelijk, geobsedeerd door lijstjes, regels, schema's. 
Houding persoonlijk begeleider

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Houding persoonlijk begeleider
  • Zelfverzekerd  / Niet autoritair / Neutrale houding
  • Structurerend / Eenduidigheid / Afspraken nakomen
  • Bewust van overdracht en tegenoverdracht
  • Nabijheid met afstand
  • Zo min mogelijke beperkingen / Autonomie behouden / Zelfregie / Keuzevrijheid.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Professionele zorg
  • Stel grenzen
  • Tolereer geen grensoverschrijdend gedrag
  • Wees duidelijk
  • Niet laten manipuleren 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen Persoonlijkheidsstoornissen

Lesson Up

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paranoïde PS
A
Veel vrienden
B
Impulsief
C
Achterdochtig

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke persoonlijkheidsstoornis valt onder cluster B
A
Borderline persoonlijkheidsstoornis
B
Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
C
Vermijdende persoonlijkheidsstoornis
D
Narcistische persoonlijkheidsstoornis

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Hou me vast, maar raak me niet aan'
Dit is kenmerkend voor welke persoonlijkheidsstoornis?
A
Borderline
B
Narcistische
C
Obsessief-compulsieve
D
Ontwijkende

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies