Present Perfect

Present Perfect (verleden tijd)
- Het is in het verleden begonnen en het duurt nog steeds voort.
- In het verleden gebeurd en nu nog belangrijk (ervaringen)

Hoe? ->  Have/Has + volt.deelwoord 
Het voltooid deelwoord = of de stam + ed 
                                                      of onregelmatig: het 3e rijtje 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Present Perfect (verleden tijd)
- Het is in het verleden begonnen en het duurt nog steeds voort.
- In het verleden gebeurd en nu nog belangrijk (ervaringen)

Hoe? ->  Have/Has + volt.deelwoord 
Het voltooid deelwoord = of de stam + ed 
                                                      of onregelmatig: het 3e rijtje 

Slide 1 - Tekstslide

Present Perfect 

Hoe herken je de present perfect?

Zoek naar deze signaalwoorden en je weet gelijk dat het de present perfect is! 
- FOR 
- YET
- NEVER
- EVER 
- JUST
- ALREADY 
- SINCE    
                                            
FYNE JAS 

Slide 2 - Tekstslide

Present perfect

Slide 3 - Tekstslide

'has' wordt gebruikt bij
A
he, she, it
B
I, you, we, they

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de present perfect?
A
walked
B
have walked

Slide 5 - Quizvraag

In welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.

Slide 6 - Quizvraag

Present perfect:
A
I have lived in The Hague for 10 years
B
I walk to school everyday

Slide 7 - Quizvraag

Wat is hier de present perfect
A
I live in Steenwijk
B
I have lived in Steenwijk
C
I lived in Steenwijk
D
I am living in Steenwijk

Slide 8 - Quizvraag

I lived in Italy
I have lived in Italy
Present Perfect
Past Simple

Slide 9 - Sleepvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

___ you ever ___ (live) in China before?
A
Have lived
B
Has lived

Slide 10 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

My boyfriend ___ ___ (buy) me some
wonderful roses.
A
have bought
B
has bought
C
have buyed
D
has buyed

Slide 11 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

The dogs ___ ___ (not - walk) for three days.
A
haven't walk
B
hasn't walking
C
haven't walked
D
hasn't walked

Slide 12 - Quizvraag

Maak de present perfect:
He listens

Slide 13 - Open vraag

Maak present perfect:
John lives in Paris.

Slide 14 - Open vraag

Present perfect:
The parents walk home

Slide 15 - Open vraag

Present perfect:
I live here

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Ik weet wat de present perfect is en kan het al een beetje zelf toepassen in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Dit was de present perfect.
Any questions?
A
Yes
B
No

Slide 19 - Quizvraag