5.3 De machtige kerk
1 / 32
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Waardoor werden steden onafhankelijker?
A
Stadsrechten
B
Privileges
C
Staatsvorming
D
Centralisatie
Slide 5 - Quizvraag
Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Baljuw
C
Burgemeester
D
Heer
Slide 6 - Quizvraag
Wat zijn stadsrechten?
A
Rechten en plichten die aan een plaats worden toegekend.
B
Plichten en privileges die aan een plaats worden toegekend.
C
Rechten en privileges die aan een plaats worden toegekend.
D
Stadsrechten zijn rechten van de stad.
Slide 7 - Quizvraag
Voorbeeld van stadsrechten: het recht om een stadsmuur te bouwen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste reden voor landheren om steden stadsrechten te geven?
A
Een landheer wil graag dat de steden groter en mooier worden
B
Door de steden stadsrechten te geven
C
Door de steden stadsrechten te geven hoopt een landheer de macht van de geestelijken te verkleinen
D
Een landheer heeft het geld van de stedelingen nodig om zijn oorlogen te betalen
Slide 9 - Quizvraag
Hoe kan je stadsrechten krijgen?
A
Een markt beginnen
B
Een stadsmuur bouwen
C
Aan de heer geld betalen
D
Veel geld hebben en een stad beginnen
Slide 10 - Quizvraag
Wie spreken recht in een stad?
A
Heer
B
Schout
C
Koning
D
Schepenen
Slide 11 - Quizvraag
Wie was de belangrijkste burger?
A
Burgemeester
B
Koning
C
Vroedschap
D
Schout en Schepenen
Slide 12 - Quizvraag
Door wie werden de burgermeesters gekozen?
A
Schepenen
B
Schouten
C
Vroedschap
D
Burgerij
Slide 13 - Quizvraag
Hoe verloren lage edelen hun macht?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Moeilijke woorden / begrippen
bij 'Kerk en geloof'
bij 'Kerk en geloof'
Slide 16 - Woordweb
Wat heb je niet begrepen van 4.3?
