De islam

Leerjaar 2 levensbeschouwing
De islam
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Leerjaar 2 levensbeschouwing
De islam

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je over de islam?

Slide 2 - Woordweb

Kijkvragen:
1. Hoe vaak moet een moslim elke dag bidden?
2. Uit hoeveel hoofdstukken bestaat de Koran?
3. Hoe reageerde moeder Marina op de bekering van haar dochters?
4. Wat is het laatste lichaamsdeel dat gewassen wordt tijdens de wassing?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Antwoorden
1. 5 keer per dag bidden
2. 114 hoofdstukken 
3. Positief, ze was niet verrast
4. Voeten

Slide 5 - Tekstslide

De 5 zuilen van de islam (schrijf mee)
1.
2. 
3.
 4. 
 5. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Mekka in de 7e eeuw
In Mekka staat de Ka'aba. Een stenen kubus, een heiligdom waar de pelgrims in de 7e eeuw op af kwamen om er te bidden voor hun eigen god. Iedereen had een eigen, andere god. Mekka was dus polytheïstisch. 

Slide 9 - Tekstslide

Profeet Mohammed
De profeet Mohammed wordt geboren in  570 en is eigenlijk maar een gewone handelsman. Hij woont in Mekka en hij werkt hard . Op een dag, in 610, krijgt hij een openbaring van God, Allah. Allah betekent God in het Arabisch. Door middel van een openbaring maakt God zichzelf (vaak via een engel) via een profeet bekend aan de mensheid. Je zou kunnen zeggen dat God met profeten praat. Eerder deed God dit al middels andere profeten in het jodendom en het christendom: Abraham, Mozes, Jezus, etc. 
God geeft Mohammed de opdracht om de boodschap van God door te geven aan de mensen die dit willen horen. Volgens God zijn de mensen vergeten wat de waarheid is. 

Slide 10 - Tekstslide

De islam zegt:
Geloof in één God, Allah. Volg Zijn regels zoals die zijn geopenbaard aan de profeet Mohammed zodat je na dit leven in het paradijs komt.  En houd rekening met de armen en de zwakken.

Slide 11 - Tekstslide

Van Mekka naar Medina
In het jaar 622 vertrekt Mohammed met zijn
volgelingen naar Medina omdat hij in Mekka 
veel vijanden had. In Medina wordt de profeet
Mohammed pas eigenlijk voor het eerst de
leider van de (nieuwe) moslims. Daarom zien 
moslims dit moment als het start van hun jaartelling. 
Dit belangrijke moment noemen moslims de hidrja.
Hidjra betekent letterlijk vertrek of migratie.
Vanaf de hidrja behoort iedereen die gelooft in 
de islam tot de islamitische geloofsgemeenschap, de oemma. De profeet Mohammed ligt in Medina begraven. 

Slide 12 - Tekstslide

Terug naar Mekka
Mohammed kwam in Medina tot het inzicht dat Mekka toch de belangrijkste plaats is voor moslims. Dit heeft te maken met de Ka'aba. Hij begrijpt nu dat de Ka'aba oorspronkelijk niet polytheïstisch is maar als 'het huis van God' moet worden gezien. Allah heeft namelijk aan eerdere profeten (Adam, maar ook Abraham) de opdracht gegeven  in Mekka de Ka'aba als  ‘het huis van God’ te bouwen. Daarom besluit de profeet Mohammed met zijn volgelingen terug te keren naar Mekka. In 632 overlijdt Mohammed in Mekka. 

Daarna komt er een grote ruzie over wie de opvolger van Mohammed moet worden. 

De zwarte steen
De zwarte steen is niet hetzelfde als de Ka'aba. De Ka'aba is het kubusvormige gebouw. Het is bedekt met een zwart doek met inscripties van de Koran erop geborduurd. Maar aan een van de hoeken van het gebouw is een 'zwarte steen' te zien, voor meeste het heiligste gedeelte van het gebouw, volgens veel moslims komt deze uit het Paradijs, volgens sommigen is het 'gewoon een meteoriet' 

Slide 13 - Tekstslide

2 stromingen van de Islam
Soennieten: zien Abu Bakr als de eerste opvolger. Focus op regels uit Koran

Sjiieten:  geloven dat de leider uit Mohammed's familie moest komen. Zij hechten veel waarde aan hun geestelijke leiders (imams).

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld: soennietische stromingen
Saudi-Arabië          Wahabisme (heel streng)

Uitingen: Saudi-Arabië volgt een strikte interpretatie van de islamitische wet (sharia). Het land heeft strenge kledingvoorschriften voor vrouwen, beperkte rechten voor vrouwen en een hard strafrecht, inclusief lijfstraffen en de doodstraf. 

Tot 2018 mochten vrouwen niet auto rijden. 

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld: soennitische stromingen
Afghanistan
Stroming: De Taliban, (extreme soennitische beweging) 

Kijkvraag: Noem 3 regels waar vrouwen zich aan moeten houden in Afghanistan.

Slide 17 - Tekstslide

Belangrijke begrippen
Haram= verboden volgens Allah
Ummah= de moslim gemeenschap
Imam=geestelijke moslim leider

Slide 18 - Tekstslide

Belangrijke begrippen
Offerfeest=feestdag die herinnert aan de offerte van Ibrahim en zijn zoon. Ze slachten hierbij een dier.

Suikerfeest= Vieren het einde van de Ramadan met veel eten.

Halal:=Eten dat toegestaan is volgens de Koran en op een speciale manier is geslacht. Geen varkensvlees.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Voorbeeld: sjiitische stroming
Azerbedzjan: (ongeveer 85% sjiitisch):

-Veel vrijheid, staat en geloof zijn gescheiden
-Vrouwen hoeven geen hoofddoek op
-Modern en westers 


Slide 21 - Tekstslide

De moskee 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

minbar
mitrab
minaret
gelovigen
wasruimte
vrouwenruimte

Slide 24 - Sleepvraag

De sjahada 
Dit is de geloofsbelijdenis
"Er is geen andere God dan Allah & Mohammed is Zijn Profeet"
Deze tekst wordt bij de dagelijkse gebeden uitgesproken, maar ook tijdens belangrijke momenten in het leven: geboorte, sterven, huwelijk, etc.

Slide 25 - Tekstslide

De salaat 
Dit is het dagelijkse gebed 
(5x per dag)

Men voert tijdens het bidden een serie buigingen uit, de Rak'a, op een gebedsmatje of in de moskee. Het gebed is altijd richting Mekka. 

Slide 26 - Tekstslide

De zakaat 
De hoofdgedachte van de zakaat betalen gaat om een deel van je rijkdom af te geven aan mensen die het minder goed hebben. Door de zakaat te betalen worden moslims eraan herinnerd hoe goed ze het hebben en worden ze dus gedwongen om goed na te denken over hun eigen geluk en succes.

Er bestaan twee vormen van zakaat betalen. De eerste heet Zakat ul Mal dit is voor de rijkere moslims, zij moeten 2,5% van hun inkomen betalen aan zakaat. De tweede vorm van zakaat is Zakat ul fitr, dit is voor de moslims die het niet super breed hebben maar die wel nog wat kunnen geven. 

Slide 27 - Tekstslide