In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Vak: Biologie
Hoofdstuk: 8.5 Vandalisme
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3.
Lesdoel
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
Slide 1 - Tekstslide
2. Terugblik
Welke 2 manieren van communiceren zijn er?
Slide 2 - Tekstslide
Is grommen communiceren zonder woorden?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
Kun je met je lichaamshouding een bericht doorgeven?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
Begrijp je wat de ander bedoelt bij een communicatiestoornis?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
2. Terugblik
Wat is het verschil tussen plagen en pesten?
Slide 6 - Tekstslide
Jan haalt graag geintjes uit met zijn vrienden
A
Plagen
B
Pesten
Slide 7 - Quizvraag
Tanja wordt vaak opgewacht op het plein en getrapt
A
Plagen
B
Pesten
Slide 8 - Quizvraag
Zorgt pesten voor een onveilige sfeer in de klas?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
3. Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je:
- wat vandalisme is
- wat redenen voor vandalisme kunnen zijn
- wat maatregelen tegen vandalisme zijn
- wat HALT is
Slide 10 - Tekstslide
Sociaal gedrag heeft te maken met de manier waarop je met dieren, mensen en je omgeving omgaat. Als je er niet netjes mee omgaat, is dat een vorm van asociaal gedrag.
Slide 11 - Tekstslide
vandalisme
Vandalisme is een voorbeeld van asociaal gedrag;
Je maakt met opzet iets van een ander kapot, zonder dat je er zelf voordeel aan hebt.
Slide 12 - Tekstslide
Vandalen
personen die vandalisme plegen (10-20 jaar)
Slide 13 - Tekstslide
Is het vandalisme of niet?
het hekje van de buren stuk trappen
een reep chocola in de winkel pikken
een ruitje van een oude fabriek ingooien
van je fiets vallen en een deuk in een auto maken
een autoruit ingooien en de TomTom jatten
een container met afval omschoppen
een muur met graffiti bespuiten
de bloemen in het park afknippen en thuis op de vaas zetten
een winkelwagentje de sloot inrijden
met vuurwerk een prullenbak opblazen
uit boosheid je telefoon op de grond kapot smijten
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeelden Vandalisme
Slide 15 - Tekstslide
Oorzaken vandalisme
uit verveling
stoer willen doen
door groepsdruk
omdat je kwaad bent
Slide 16 - Tekstslide
Maatregelen tegen vandalisme
zorgen dat jongeren zich niet vervelen
camera's ophangen
containers, speeltoestellen, bankjes enz van sterk materiaal maken
Slide 17 - Tekstslide
verloedering
Vandalisme leidt ook tot verloedering. Verloedering betekent dat de omgeving achteruitgaat. Dat kan mensen een onveilig gevoel geven. In sommige wijken zijn mensen bang doordat vandalen zich soms ook agressief gedragen. Ook door graffiti op muren en in tunneltjes kunnen mensen zich onveilig voelen.
Afval op straat en in de natuur leiden ook tot verloedering. Wanneer er eenmaal rotzooi ligt, zijn meer mensen geneigd om afval achter te laten. Daardoor wordt het een grote bende. Ook trekt het ongedierte aan.
Slide 18 - Tekstslide
Naar Bureau Halt
Jongeren tussen de 12 en 18 die een licht misdrijf plegen kunnen naar Halt (Het Alternatief) worden gestuurd.
Je krijgt vaak een speciale straf die met het misdrijf te maken heeft.
Door een Halt-straf krijgt je geen strafblad.
Slide 19 - Tekstslide
Niet naar Bureau Halt
ouder dan 18
als je niet wilt meewerken
als je al vaker voor hetzelfde vergrijp naar Halt bent geweest.
als je al drie keer eerder voor iets anders bij Halt bent geweest.
als het misdrijf te groot is
als het schadebedrag te groot is
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
HALT probeert vandalisme tegen te gaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
De daders van vandalisme heten..
A
Criminelen
B
Daders
C
Vandalen
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een misdrijf?
A
Vandalisme
B
Te hard rijden
C
Zonder licht op de fiets
D
Wildplassen
Slide 24 - Quizvraag
Wat is vandalisme?
A
Stelen
B
Iemand maakt spullen van iemand anders kapot.
C
Iemand pijn doen.
D
Niet eerlijk zijn.
Slide 25 - Quizvraag
Per dag wordt er in Nederland voor €...... vernield