Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, vanille en bosvruchten.
Slide 31 - Tekstslide
KOMMA (2)
- Tussen twee persoonsvormen
Als je fietsband lek is, moet je ervoor zorgen dat het gemaakt wordt.
Samengestelde zin
Van twee zinnen is één zin gemaakt. Een zin heeft dan twee persoonsvormen (dit leer je in leerjaar 2).
Slide 32 - Tekstslide
KOMMA (2)
- Voor een voegwoord
Ik ga zo naar de les, omdat ik anders te laat kom.
Samengestelde zin
Van twee zinnen is één zin gemaakt. Een zin heeft dan twee persoonsvormen (dit leer je in leerjaar 2).
Slide 33 - Tekstslide
Als ik 16 ben ga ik mijn brommerrijbewijs halen.
A
Goed
B
Fout
Slide 34 - Quizvraag
AANHALINGSTEKENS
- Bij een citaat
Brenda vroeg:"Heeft iemand een oplader te leen? Ik ben die van mij kwijt."
Na een dubbele punt
Na een dubbele punt gebruik je normaal NOOIT een hoofdletter.
Slide 35 - Tekstslide
Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.
Als het pijn doet geef je maar een gil
Slide 36 - Open vraag
Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.
Ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben
Slide 37 - Open vraag
‘Sara zei:‘ Ik heb een super vakantie gehad!
A
Goed
B
Fout
Slide 38 - Quizvraag
Fernando vroeg: ‘Wil je de suiker aangeven?’
A
Goed
B
Fout
Slide 39 - Quizvraag
Slide 40 - Tekstslide
Zoek op Google naar taalvoutjes. Kies een afbeelding waar een taalfout opstaat, waar woorden aan elkaar hadden geschreven moeten worden. Upload het plaatje hier.
Slide 41 - Open vraag
Moet het deel tussen haakjes wel of niet aan elkaar?
Met deze [hout snippers] kun je een mooi vuur maken
A
Wel aan elkaar
B
Niet aan elkaar
Slide 42 - Quizvraag
Moet het deel tussen haakjes wel of niet aan elkaar?
Het [kleine kind] zeurde de hele tijd bij zijn vader.
A
Wel aan elkaar
B
Niet aan elkaar
Slide 43 - Quizvraag
Moet het deel tussen haakjes wel of niet aan elkaar?
Meneer Sanders is heel trots op zijn [klein kind].
A
Wel aan elkaar
B
Niet aan elkaar
Slide 44 - Quizvraag
Moet het deel tussen haakjes wel of niet aan elkaar?
Hou jij van [oorlogs boeken?]
A
Wel aan elkaar
B
Niet aan elkaar
Slide 45 - Quizvraag
Wat gaat hier mis? Vul het antwoord in op het volgende scherm.
Slide 46 - Tekstslide
Wat gaat hier mis? Vul het antwoord in op het volgende scherm. Leg ook uit wat hier (door de spelfout) nu eigenlijk staat
Slide 47 - Tekstslide
Wat gaat hier mis? Vul het antwoord in op het volgende scherm. Leg ook uit wat hier (door de spelfout) nu eigenlijk staat