2.4 1KGT Schrijven en formuleren les 5

  • Etui, werkboek en laptop op tafel
  • De tekst van het Pinball Museum op tafel
  • Ga rustig zitten
timer
10:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

  • Etui, werkboek en laptop op tafel
  • De tekst van het Pinball Museum op tafel
  • Ga rustig zitten
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Toetsen Nederlands periode 2
  •         Schrijfvaardigheid (informatieve tekst)
  •         Orientatie op fictie (boekpromotieposter)
  •         Leesvaardigheid en woordenschat (H2 & 3)

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Opdracht  reserveringsformulier

Slide 3 - Tekstslide

Opdrachten artikel Pinballmuseum
  • Je hebt het artikel gelezen.
  • Je hebt de website bekeken.
  • Welke informatie van de website staat niet in het artikel?
  • Schrijf bij het artikel een alinea met die informatie.

Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten artikel Pinballmuseum
  • Denk bijvoorbeeld aan: 
      - hoe komt het museum aan geld.
      - Wat zijn de mogelijkheden voor groepen om het museum
         te
 bezoeken.
      - De verhuur van flipperkasten.
      - Over de soorten flipperkasten en de ontwikkeling.
  • Schrijf hier in Word zelf een korte alinea (75 tot 100 woorden) over die je zo aan de tekst zou kunnen toevoegen.
  • Mail de tekst aan mij p.wouters@yuverta.nl
   

Slide 5 - Tekstslide

Besloten groepen bedrijfsuitje.

Als je met een groep wilt gaan kan dat! Je krijgt als je binnen bent  een introductie en uitleg over de flipperkasten. Daarna mag je gebruik maken met meer dan 100 flipperkasten!
Als je met een grote groep bent kan je ook een competitie wedstrijd houden met zijn allen en de winnaar krijgt een gouden Pinball wizard beker. Als je met 15 vrienden/ familie gaat mag je 2 uur met de kasten spelletjes spelen voor ongeveer 625 euro. 
En als je het echt leuk vind en je wil een uur langer blijven moet je een extra 100 euro betalen.

Slide 6 - Tekstslide

Een museum krijgt geld via verschillende bronnen Ten eerste ontvangt het vaak subsidies van de overheid die cultuur en kunst steunt. Daarnaast genereert het inkomsten uit entreekaartjes, winkelverkoop en horeca Sponsoring door bedrijven of rijke particulieren is ook een belangrijke bron van financiering. Musea kunnen soms ook donaties ontvangen van stichtingen of via crowdfundingcampagnes Verder kunnen ze tijdelijke tentoonstellingen organiseren waarvoor specifieke financiering wordt gezocht. Zo blijft het museum in staat om zijn collecties te onderhouden en nieuwe projecten te realiseren en door de flipperkasten dat het gezelliger wordt en dat de zweer in de en het koste om de flipperkast te huren 75 euro per uur

Slide 7 - Tekstslide

Schrijven en formuleren
  • Hoe je een zakelijke e-mail schrijft
  • Informeel en formeel taalgebruik.
  • Hoe je formulier invult
  • Hoe je goede zinnen schrijft.

Slide 8 - Tekstslide

Bespreken huiswerk op je werkblad
Zo had de tekst in het opmerkingenveld er ongeveer uit moeten zien.
Geachte meneer/mevrouw,

Hopelijk kunt u mij helpen. Ik heb mijn lesboeken hard nodig voor mijn toetsen. In de tas zit ook het cadeau voor mijn moeder. Zij is donderdag jarig, en ik zou het vervelend vinden wanneer ik haar geen cadeau kan geven.

Kunt u mij zo snel mogelijk bellen wanneer u mijn tas heeft gevonden. 
Bedankt voor de medewerking. 

Met vriendelijke groet,
Wim Vriezeman 



Slide 9 - Tekstslide

Wanneer invullen (online) formulier ?
  • Aanvragen bankpas, paspoort of mobiel abonnement 
  • Inschrijven school, (sport)vereniging
  • Sollicteren naar een baan
  • Retour sturen producten
  • Reserveren van groeps- of schooluitje
  • Reserveren vlieg/trein tickets, hotelovernachtingen
  • Opvragen van een verloren voorwerp

Slide 10 - Tekstslide

Leertekst: (Online) formulier invullen blz. 128
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
In een (online) formulier staat precies in welk invulveld je welke gegevens in moet vullen. Zo is er vaak een apart invulveld voor ‘voornaam’, ‘tussenvoegsels’ en ‘achternaam’.


Slide 11 - Tekstslide

Leertekst: (Online) formulier invullen blz. 128
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Tips voor het invullen van een (online) formulier
  • Kijk goed wat je in de verschillende invulvelden moet noteren en in welke volgorde.
  • Staat er een sterretje * bij een invulveld?
      Bij online: het is een verplicht veld, je moet hier iets invullen.
      Bij een papieren formulier: onder aan de bladzijde staat extra informatie over
      wat je moet invullen.
  • Wil je meer informatie geven dan mogelijk is? Zoek dan naar het invulveld 
      ‘Opmerkingen’.
  • Wil je minder informatie geven dan nodig is? Bekijk dan welke invulvelden
     verplicht zijn, en welke niet.

Slide 12 - Tekstslide

Checklist zakelijke tekst en invulvelden formulier. 
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
  • Waar moet je aan denken bij het schrijven van een zakelijke
     tekst en
  • Wat vul je op een formulier.
  • Bewaar de 'checklist' goed.

Slide 13 - Tekstslide

                 Aan de slag
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
  • Lees de tekst 'Pinball Museum
  • Onderstreep de lastige woorden
  • Bedenk wat het onderwerp is.
  • Hoeveel alinea's heeft de tekst.
  • Maak in je hoofd een samenvatting van maximaal 4 zinnen.
  • Opdracht:
    - ga naar de website van het pinball museum
    - Welke informatie kom je niet tegen in de tekst.
    - schrijf zelf een korte alinea hierover.

Slide 14 - Tekstslide

Leertekst: Zinsbouw
Veel mensen lezen graag teksten met korte, makkelijk leesbare zinnen. In zulke zinnen maak je ook minder fouten.
Zo maak je makkelijk leesbare zinnen:
• Maak een aparte zin voor iedere gedachte; • Plak niet meer dan twee zinnen aan elkaar;
• Gebruik eventueel verwijswoorden om duidelijk te maken wat de zinnen met elkaar te maken hebben;
• Begin iedere zin met een hoofdletter; • Eindig iedere zin met een punt, vraagteken of uitroepteken;
• Schrijf de volgende zin direct na de vorige zin, op dezelfde regel; • Begin alleen in de volgende gevallen de nieuwe zin wél op een nieuwe regel: - Als er achter de vorige zin geen ruimte meer is op dezelfde regel. - Als de zinnen beginnen met nummers, bolletjes of streepjes. - Als je een nieuwe alinea begint. 
minder goed
Ik speel een spannend spel waar ik op een paard door een berglandschap rijd en allerlei avonturen beleef die vaak eindigen in een gevecht met een draak of een monster.
beter
Ik speel een spannend spel. Daarin rijd ik op een paard door een berglandschap. Ik beleef daar allerlei avonturen. Die eindigen vaak in een gevecht met een draak of een monster.







Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag - Gevonden voorwerpen
  1. Samen lezen tekst 'gevonden voorwerpen'
     - onderstreep moeilijke woorden
     - waar gaat deze tekst over?
     - wat is het doel van de schrijver (tekstdoel)?

  2. Lees de opdracht
       - Wat is er aan de hand en wat moet je gaan doen?

  3.  Vul het formulier volledig in.  

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag - Gevonden voorwerpen
  1. Samen lezen tekst 'gevonden voorwerpen'
     - onderstreep moeilijke woorden
     - waar gaat deze tekst over?
     - wat is het doel van de schrijver (tekstdoel)?

  2. Lees de opdracht
       - Wat is er aan de hand en wat moet je gaan doen?

  3.  Vul het formulier volledig in.  

Slide 17 - Tekstslide