huishouden

Welkom bij dienstverlening en zorg
schoonmaken met microvezel
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij dienstverlening en zorg
schoonmaken met microvezel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
quiz huishouden
  
schoonmaak opdracht in het lokaal


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij een dagelijkse schoonmaak?
A
Ramen zemen
B
Tafel schoonmaken
C
Vloer dweilen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen huishoudelijke taak?
A
Stoffen
B
Stofzuigen
C
tandenpoetsen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Materialen ramen schoonmaken
A
afdruiprek- spons-werkdoekje-emmer-raamwisser- chloor
B
raamwisser-hoge drukreiniger-emmer-tuinslang
C
spons- emmer-wc-papier-bezemsteel
D
spons - emmer - raamwisser - zeem - dweil

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan gevaarlijk zijn aan schoonmaken?
A
Biologische schoonmaakmiddelen gebruiken
B
schoonmaakmiddelen met elkaar mengen
C
Werken zonder handschoenen
D
Schoonmaakmiddelen zonder kindersluiting

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Periodieke schoonmaak is
A
iets dagelijks reinigen
B
onregelmatig iets reinigen
C
met vaste regelmaat iets reinigen
D
nooit iets reinigen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen huishoudelijke taak?
A
Stoffen
B
Stofzuigen
C
Tandenpoetsen
D
Moppen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is microvezel schoonmaken?
A
Een sopje met veel schoonmaakmiddel
B
Klamvochtige doek die je uitspoelt in een emmer
C
Klamvochtige doeken, geen schoonmaakmiddel
D
De toiletten schoonmaken

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is klamvochtig schoonmaken?
A
Stof en vuil afnemen met een natte doek.
B
Stof en vuil afnemen met een droge doek.
C
Stof en vuil afnemen met een goed uitgewrongen doek.
D
Stof en vuil afnemen met een stuk keukenpapier.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebruik je bij droog schoonmaken?
A
stoffen, stofzuigen, vegen
B
schrobben
C
Dweilen, moppen
D
ramen zemen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de 3 schoonmaakregels>
A
van schoon naar vies - van hoog naar laag - van buiten naar binnen
B
Van vies naar schoon - van beneden naar boven - van binnen naar buiten
C
Doe maar wat - met vieze doekjes schoonmaken - met vies water
D
geen water gebruiken - geen schoonmaakmiddel - alleen papieren doekjes

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eerste stap bij het schoonmaken?
A
maak de wastafel schoon
B
maak het bad en/of de douche schoon
C
maak eerst de deur en de tegelwanden schoon
D
maak dan de spiegels en de meubels schoon

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Periodiek schoonmaken is:
A
Elke maand de ramen zemen
B
Elke maandag het karton legen
C
Elke dag de vuilniszak verschonen
D
Elk jaar een grote schoonmaak

Slide 14 - Quizvraag


Periodiek: als iets 1 keer per periode moet worden gedaan.

Met welke schoonmaakdoekjes maken wij schoon?
Microvezel doek blauw: voor het interieur (kasten, stoelen, tafels ed.)
microvezel doekje rood: Sanitair (badkamer en toilet)
microvezel mop: droog = stofwissen klam vochtig = moppen
glasdoek: spiegels en glas
handpad: schuurspons



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schoonmaken

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

hoe vouw je een schoonmaakdoekje?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik help thuis mee in het huishouden
JA
NEE

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Mijn....doet de meest huishoudelijk taken
vader
moeder
ik zelf
iemand anders

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Schoonmaakregels! 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werk van boven naar beneden


Wanneer je gaat schoonmaken is de volgorde van werken erg belangrijk. De volgorde bepaald namelijk dat je werk niet opnieuw hoeft te doen.
Voorbeeld: je gaat een kast schoonmaken. Start bovenaan en werk naar beneden. Stel dat je beneden begint en later naar boven gaat, dan valt vuil op het schoon gemaakte werk. Dat is natuurlijk zonde! 




Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werk van schoon naar vuil

Begin altijd met het poetsen bij de onderdelen die het minst vies zijn. Belangrijk dat je nadenkt over de hygiëne tijdens schoonmaken. Werk je in de verkeerde volgorde dan verspreid je juist bacteriën.
Voorbeeld: Maak je schoon op de badkamer dan begin je niet bij het toilet en daarna de wasbak.
 


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werk van buiten naar binnen
Je werkt altijd van buiten naar binnen. Dit betekent dat je werkt vanaf de randen en naar binnen werkt.

Voorbeeld: schoonmaken van tafel; maak vierkante vlakken en begin dus vanaf de rand. (docent doet het voor) dweilen van de vloer; altijd een vierkant vlak maken, werk naar de deur.  

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collage maken
Maak een collage met daarop de verschillende soorten huishoudelijke taken. 
Welke materialen heb je nodig bij deze taken? 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb jij deze les geleerd?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

woordpuzzel
werkkaart.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies