4.4 Een nieuw geloof: de Islam

Een nieuw geloof: de Islam

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Een nieuw geloof: de Islam

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe de islam ontstond.
  • Je kunt vier kenmerken van de islam noemen.
  • Je kunt beschrijven hoe de islam zich verspreidde.
  • Je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie al over de Islam?

Slide 3 - Woordweb

het ontstaan van de islam

Slide 4 - Tekstslide

Ontstaan Islam
  • 7e eeuw, Midden-Oosten --> ontstaan nieuwe godsdienst:
  • De Islam: Een godsdienst waarbij mensen geloven in één god: Allah.
  • Stichter Islam is Mohammed 
  • Gebied waar Mohammed woonde geloofde men in natuurgoden
  • Mohammed woonde in Mekka. Was een handelaar. 

Slide 5 - Tekstslide

Ontstaan Islam
  • Door zijn beroep in contact met Jodendom + Christendom
  • Begon te geloven in 1 God: Allah 
  • Hij probeerde idee te verspreiden over bevolking Mekka
  • Dit lukte niet, ze joegen hem zelfs weg uit Mekka
  • In 622 vertrok Mohammed naar stad Medina
  • Daar lukte het wel om mensen te bekeren tot de Islam 
  • Een aanhanger van de Islam, volgeling van Mohammed wordt een moslim genoemd 

Slide 6 - Tekstslide

Saoede Arabie!

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerken van de islam

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken van de Islam
  • Moslims zijn mensen die in Allah geloven.
  • Mohammed is de laatste en belangrijkste boodschapper (profeet) van Allah.
  • Mohammed vertelde de mensen hoe ze moesten leven.
  • Je kunt in de hemel komen als je volgens de regels van Allah leeft.
  • je gaat naar de moskee om te bidden

Slide 10 - Tekstslide

Regels van Allah
We noemen de belangrijkste regels de 5 zuilen:
  • Geloven in de enige god Allah
  • 5 keer per dag bidden met je gezicht naar Mekka
  • armen en zieken helpen
  • Niet eten en drinken tijdens de vastenmaand Ramadan van zonsopkomst tot zonsondergang
  • Een bedevaart maken naar Mekka

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

5 zuilen?

Slide 13 - Woordweb

  Verspreiding van de Islam

Slide 14 - Tekstslide

De verspreiding van de islam
  • Mohammed wilde zoveel mogelijk mensen bekeren tot de islam.
  • Vanuit Medina veroverden moslims grote delen van het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje.

Slide 15 - Tekstslide

De verspreiding van de islam
  • Mensen waren niet verplicht om moslim te worden.
  • Wel moeten niet-moslims een extra belasting betalen.
  • Als je moslims werd, hoefde je dit niet te betalen.
  • Alleen moslims konden een belangrijke baan in het bestuur of leger krijgen.

Slide 16 - Tekstslide

De verspreiding van de islam
  • Mohammed overleed in 632.
  • Tot zijn dood bestuurde hij het islamitische rijk.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoe heet het heilige boek van de moslims?
timer
0:20
A
De Bijbel
B
De Koran
C
De Thora

Slide 19 - Quizvraag

Op vrijdagmiddag komen moslims bijeen in hun gebedshuis.
Hoe heet dit gebedshuis?
timer
0:20
A
Een kerk
B
Een moskee
C
Een synagoge

Slide 20 - Quizvraag

Welke godsdienst is ouder?
timer
0:20
A
Christendom
B
Islam

Slide 21 - Quizvraag

Naar welke plaats moeten moslims een bedevaart maken?
timer
0:20
A
Mekka
B
Medina
C
Jeruzalem
D
Rome

Slide 22 - Quizvraag

In welke plaats kreeg Mohammed een boodschap van de engel Gabriel?
timer
0:20
A
Medina
B
Mekka
C
Jeruzalem
D
Rome

Slide 23 - Quizvraag

Naar welke plaats vlucht Mohammed?
timer
0:15
A
Mekka
B
Medina
C
Jeruzalem
D
Rome

Slide 24 - Quizvraag

Hoe gingen moslims om met de inwoners van de veroverde gebieden?
timer
0:20
A
Zij moesten verplicht moslim worden
B
Niet-moslims moeten een extra belasting betalen
C
Mensen mochten hun eigen geloof behouden
D
Niemand mocht meer varkensvlees eten

Slide 25 - Quizvraag

Lees Kalief Harun al-Rashid en bron 20

Beantwoord de volgende vragen:
1 Leg uit waarom de cultuur en wetenschap zich rond het jaar 800 in het Arabische rijk zo goed ontwikkelden?
2 Noem een aantal belangrijke verschillen met het rijk van Karel de Grote

Slide 26 - Tekstslide