V3 Present Simple vs Present Perfect

English
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

English

Slide 1 - Tekstslide

Learning Objectives
At the end of this lesson you can:

- Explain the difference between Present Simple & Present Perfect

- Use the Present Simple & Present Perfect
-Practise the words from lesson 1

Slide 2 - Tekstslide

What is the difference:

He works in Mumbai.
He has worked in Mumbai since 2015.

Slide 3 - Woordweb

Present Simple 
- Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.

+ I live - She lives
- I don't live - She doesn't live
? Do I live -  Does she live

- Signaalwoorden: always, never, often, usually, regularly, sometimes, hardly ever


Wanneer is het Present Simple checklist:
  1. Is het tegenwoordige tijd?
  2. Staat er een signaalwoord in de zin?
  3. Is het een feit of gewoonte?
  4. Heeft de bevestigende zin maar 1 werkwoord?

Slide 4 - Tekstslide

Present Perfect
-Als iets in het verleden is begonnen en nog steeds doorgaat
 -Als iets in het verleden is gebeurd waarvan je nu resultaat ziet
-Als iets net of nog niet is gebeurd.

+ have/has + vtdw
- haven't/hasn't + vtdw
? have/has + persoon + vtdw
Wanneer is het present perfect?
  1. Is het tegenwoordige tijd?
  2. Er staan geen tijdsbepalingen in de zin
  3. FYNE JAS

Slide 5 - Tekstslide

I always eat breakfast.
A
Present SImple
B
Present Perfect
C
Past Simple
D
Past Perfect

Slide 6 - Quizvraag

We never go to school by bike.
A
Present Simple
B
Present Perfect
C
Past Simple
D
Past Perfect

Slide 7 - Quizvraag

She has played that game for hours
A
Present Simple
B
Present Perfect
C
Past Simple
D
Past Perfect

Slide 8 - Quizvraag

They usually obey the rules.
A
Present Simple
B
Present Perfect
C
Past Simple
D
Past Perfect

Slide 9 - Quizvraag

(-) He ... his homework yet.
A
haven't done
B
hasn't done
C
doesn't do
D
didn't do

Slide 10 - Quizvraag

(+) He ... his leg. That's why he can't walk on it.
A
breaks
B
has broken
C
broken
D
have broken

Slide 11 - Quizvraag

Learning Objectives
At the end of this lesson you can:

- Explain the difference between Present Simple & Present Perfect

- Use the Present Simple & Present Perfect

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link