6.1 De achtergrond van het conflict 2024

Hoofdstuk 6: 
Het Israëlisch-Palestijnse conflict


§6.1 De achtergrond van het conflict
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6: 
Het Israëlisch-Palestijnse conflict


§6.1 De achtergrond van het conflict

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom het gebied waar nu Israël ligt, een belangrijk gebied is voor Joden, christenen en moslims.
  • Je kunt de oorzaken en gevolgen noemen van het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk.
  • Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van de verhuizing van joden naar Palestina vóór 1939.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Voorgeschiedenis
  • Om het Israëlisch-Palestijns conflict goed te kunnen begrijpen moeten we 3000 jaar terug in de tijd.

Slide 4 - Tekstslide

A
Drie geloven

Slide 5 - Tekstslide

Joden in het Romeinse Rijk 

  • Leefden in de provincie Judea (huidige Israël)
  • Joods koninkrijk 
  • Romeinen veroverden dit gebied rond het jaar 1
  • Spanningen tussen Romeinen en Joden-->
  • Romeinen geloven in meerdere goden (polytheïsme), Joden maar in één god (monotheïsme). 

Slide 6 - Tekstslide

Joden
  • Eigen taal, cultuur en godsdienst. 
  • Heilig boek 'Tenach' 
  • Hun God werd vereerd in een grote Tempel in Jeruzalem.  

Slide 7 - Tekstslide

Joodse diaspora
  • Na een Joodse opstand worden Joodse rituelen verboden en de Joodse Tempel werd verwoest (70 na Chr.

  • Steeds meer Joden trokken/vluchtten weg uit de provincie Judea 

  • Verspreiding van het Joodse volk over de hele wereld heet diaspora.

Slide 8 - Tekstslide

1.1 Voorgeschiedenis
  • Joden hadden een monotheïstische godsdienst: ze geloofden in één god ==> deze god werd vereerd in een grote tempel in Jeruzalem.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Christendom
  • Uit het Joodse geloof was het Christendom ontstaan.  
  • Belangrijk verschil-->
  • Christenen willen bekeren/evangeliseren.
  • Grote delen van Europa en het Midden-Oosten werden hierdoor christelijk. 

Slide 11 - Tekstslide

Islam
  • In de 7e eeuw kwam de islam op.
  • Ook de islam is een monotheïstische godsdienst.
  • In het Midden-Oosten verdrong de islam het christendom bijna helemaal. 

Slide 12 - Tekstslide

Overeenkomsten
1. Eén God (monotheïstisch)
2. Eén heilig boek.
3. Jeruzalem is belangrijk.

Slide 13 - Tekstslide

Jeruzalem
  • Voor alle drie de geloven is Jeruzalem een heilige stad met belangrijke heiligdommen. 
  • Daardoor is er heel wat strijd geweest over wie Jeruzalem mag besturen.
  • Ook nu is hier nog ruzie over. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

AAN DE SLAG!
Wat?
Maken §6.1A, opdracht 1 t/m 5

Hoe?
Je boek/bronnen

Waarom?
Uitleggen waarom het gebied waar nu Israel ligt, een belangrijk gebied is voor joden, christenen en moslims.
Tijd?
10 minuten

Hulp?
Je werkt in stilte
Vinger in de lucht bij vragen

Klaar?
Lees verder in onderdeel B
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

B
Het Midden-Oosten van
1900-1939

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom het gebied waar nu Israël ligt, een belangrijk gebied is voor Joden, christenen en moslims.
  • Je kunt de oorzaken en gevolgen noemen van het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk.
  • Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van de verhuizing van joden naar Palestina vóór 1939.

Slide 18 - Tekstslide

Een geloof in meerdere goden nomen we
A
polytheïsme
B
monotheïsme

Slide 19 - Quizvraag

De verspreiding van Joden over verschillende delen van de wereld noemen we de Joodse diaspora
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Welke drie geloven zijn ontstaan in het Midden-Oosten?
A
Jodendom, Christendom, Boeddhisme
B
Jodendom, Boeddhisme, Islam
C
Jodendom, Boeddhisme, Hindoeïsme
D
Jodendom, Christendom, Islam

Slide 21 - Quizvraag

Welk geloof ontstond als eerste?
A
Christendom
B
Jodendom
C
Islam

Slide 22 - Quizvraag

Jeruzalem is een heilige stad voor alle drie de geloven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Rond 1450: Ontstaan Ottomaanse Rijk (Turkse Rijk)

  • Rond 1900: groot deel van het islamitische Midden-Oosten bij dit rijk. Istanbul als hoofdstad
  • --> dit rijk kon niet op tegen imperialistische staten zoals Frankrijk en Groot-Brittannië.
  • Begin 20ste eeuw werd het Midden-Oosten interessanter i.v.m. de ontdekking van olievelden -> voor industrie

Slide 24 - Tekstslide




Het Ottomaanse Rijk valt uit elkaar








  • Het oude rijk stond in 1914 in Europa bekend als: de zieke man van Europa

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Uiteenvallen Ottomaanse Rijk tussen 1914-1918
  • Tijdens WOI --> Westerse landen veroverden groot deel Ottomaanse Rijk.(aan de zijde van Duitsland)
  • Turkije ontstond in 1923
  • Na 1918 werd het gebied opgeknipt in enkele mandaatgebieden:
  • Gebied dat verzoek van de Volkenbond (voorloper VN) werd bestuurd door een ander land.
  • --> deze gebieden zouden uiteindelijk zelfbestuur moeten krijgen
  • --> tot die tijd zouden Britten of Fransen de gebieden besturen
  • --> Brits mandaatgebied: Palestina

Slide 27 - Tekstslide

Mandaatgebieden in het Midden-Oosten

Slide 28 - Tekstslide

Mandaatgebied
Palestina
1922-1948




Groot-Brittannië moet het gebied
namens de Volkenbond besturen

Slide 29 - Tekstslide

Nationalisme
  • Midden-Oosten-->vooral Arabieren-->niet blij met Britse overheersing
  • Gevolg: Arabisch nationalisme=
  • eigen, Arabische staat, bestuurd door Arabieren
  • Britse regering beloofde te helpen--> Palestina ook onafhankelijke Arabische staat.

Slide 30 - Tekstslide

AAN DE SLAG!
Wat?
Maken §6.1B, opdracht 6 t/m 9

Hoe?
Je boek/bronnen

Waarom?
Uitleggen wat de oorzaken en gevolgen zijn van het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk. 
Tijd?
10 minuten

Hulp?
Je werkt in stilte
Vinger in de lucht bij vragen

Klaar?
Lees verder in onderdeel C
Of kijk de volgende video:
timer
1:00

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

C
Joden in Europa tot 1939

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom het gebied waar nu Israël ligt, een belangrijk gebied is voor Joden, christenen en moslims.
  • Je kunt de oorzaken en gevolgen noemen van het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk.
  • Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van de verhuizing van joden naar Palestina vóór 1939.

Slide 34 - Tekstslide

Wie is wie?

Slide 35 - Tekstslide

Joden
  • Een volk

  • Hun godsdienst is: het Jodendom

  • Komen oorspronkelijk uit een gebied in het Midden-Oosten: Palestina

  • Veel Joden wonen tegenwoordig in het land Israël

Slide 36 - Tekstslide

Arabieren
  • Mensen met Arabische taal + nationaliteit van één van de Arabische landen

  • Meeste Arabieren zijn moslim

  • Veel verschillende Arabische groeperingen, die ook oorlog met elkaar (kunnen) hebben

Slide 37 - Tekstslide

Palestijnen
  • Oorspronkelijk: inwoners van het gebied Palestina (dus ook: Joden)

  • Tegenwoordig bedoelen we vaak: Arabische Palestijnen of Palestijnse Arabieren

  • Hun godsdienst is: Islam

  • Veel Palestijnen wonen tegenwoordig in de staat Palestina, maar deze gebieden zijn bezet of gecontroleerd door Israël

Slide 38 - Tekstslide





Waar?

Slide 39 - Tekstslide

Het Midden-Oosten
  • Gebied in het westen van Azië en noordoosten van Afrika
  • Geschiedenis: één van de eerste gebieden met: landbouw en schrift, Kruistochten
  • Economie: olievelden, Suezkanaal
  • Godsdienst: oorsprong van islam, jodendom en christendom
  • Politiek: brandhaard van veel conflicten

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Antisemitisme
  • Veel antisemitisme (jodenhaat) in de wereld 
  • West Europa: vanaf 1800 minder gewelddadig door zelfde wetten voor alle inwoners
  • Oost Europa: leefden Joden afgeschermd van de rest van de samenleving. 
  • Bij spanningen --> slachtoffer van pogroms (gewelddadige en georganiseerde aanvallen tegen Joden)

Slide 42 - Tekstslide

Eeuwenlang zijn er pogroms geweest:
Uitbarsting van Jodenhaat!

Slide 43 - Tekstslide





Een pogrom is een gewelddadige uitbarsting van jodenhaat

Slide 44 - Tekstslide

Zionisme
  • Vanaf 1900: ontstaan van het Zionisme
  • Joods nationalisme, streven naar een onafhankelijke staat. 
  • ==> Joden wilden een eigen staat stichten in Palestina
  • Waarom daar?
  • Gebied waar ze oorspronkelijk vandaan kwamen-->
  • het 'beloofde' land

Slide 45 - Tekstslide

Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918)

    1917: Balfour-verklaring

    • Britse minister van Buitenlandse zaken beloofde dat de Joden in Palestina een 'nationaal tehuis' mochten stichten. 
    • Wel moesten ze de rechten van niet-Joodse bevolking respecteren 

    Slide 46 - Tekstslide

    Groot-Brittannië doet dus een dubbele belofte: 

    1. 1915: beloofden ze Arabische nationalisten om hen te helpen van Palestina een onafhankelijke Arabische staat te maken
    2. 1917: Arthur Balfour beloofde dat de Joden een 'nationaal tehuis' mochten stichten in Palestina. 

    Slide 47 - Tekstslide

    Joodse immigratie - Palestijnse problemen (1)
    • Door de Britse toezegging van een Joods nationaal tehuis-->
    • veel Joodse immigranten (ongeveer 40.000) naar Palestina 

    • Welgestelde Joden kopen veel grond van Arabische grootgrondbezitters-->
    • Palestijnse Arabieren worden van hun land gezet

    Slide 48 - Tekstslide

    Joodse immigratie – Palestijnse problemen (2)
    • Grote immigratie en Joodse landaankoop zorgen voor irritatie en angst bij de Palestijnse Arabieren

    • In het gebied ontstaan rellen

    • Joden vinden dat de Britten niet genoeg doen tegen het Arabische geweld en richten daarom hun eigen 'leger' op

    Slide 49 - Tekstslide

    Opkomst Adolf Hitler 1933
    • Anti-Joodse wetten zorgen voor emigratie uit Dui (en andere Europese landen)

    • Veel Joden--> liefst naar de VS --> gaat niet makkelijk-->land heeft strenge immigratiewetten

    • Joden kiezen daarom voor Palestina. Gevolg: 170.000 Joodse migranten in drie jaar tijd

    Slide 50 - Tekstslide

    AAN DE SLAG!
    Wat?
    Maken §6.1C, opdracht 10 t/m 14

    Hoe?
    Je boek/bronnen

    Waarom?
    Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van de verhuizing van Joden naar Palestina vóór 1939.
    Tijd?
    10 minuten

    Hulp?
    Je werkt in stilte
    Vinger in de lucht bij vragen

    Klaar?
    Test jezelf online bij P6.1
    timer
    1:00

    Slide 51 - Tekstslide