H3 A2C les 5

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Chapitre 3

Chapitre 3 

faire les magasins

Programme du jour

• mondeling
• wat weet je nog van de getallen?
• Bron D: het aanwijzend voornaamwoord p. 110  ex. 17 et 18

1248

374


692

781

1248

374


692

781

mille deux cent quarante-huit

trois cent soixante-quatorze

six cent quatre-vingt-douze

sept cent quatre-vingt-un

pour vendredi

réviser: voc A  + B 

apprendre: het aanwijzend voornaamwoord

faire: ex 17acd, 18ab p. 110

A

• On va dans ce magasin?

• Oui, je voudrais acheter  un pantalon noir
•  Elles ne sont pas mal, elles coûtent combien? 
• oh la la, c'est trop cher

B

• Bonne idée! tu veux acheter quelquechose? 

• Comment tu trouves ces chaussures marron?

• Elles coûtent 230 euros
• Je vais les  essayer!

A

• On va dans ce magasin?

• Ja ik wil graag..............kopen

• Ze zijn niet slecht, wat kosten zij? 
• oh, dat is te duur

B

• Goed idee! tu veux acheter quelquechose? 

• Comment tu trouves ces chaussures marron?
• zij kosten 230 euro
• Ik ga hen passen

a2d

questions

J'hésite, on va chez  Mango ou chez Zara? 

Comment tu trouves mes nouvelles chaussures?

Tu fais quelle taille? 

Het aanwijzend voornaamwoord

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?

1. de / het / een
2. mijn / jouw / onze / zijn
3. voor / na / tijdens / tegelijk
4. dit / dat / die / deze

Toelichting aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands 

Een aanwijzend voornaamwoord vertelt zelf eigenlijk al wat het doet. Je gebruikt het wanneer je iets aanwijst. Dus bijvoorbeeld:

Dat meisje heeft een mooie tekening gemaakt.
 Dat = aanwijzend v.n.w.

Wat zou een aanwijzend voornaamwoord dan in het Frans zijn?

1. mon/ma/mes
2. le/la/les
3. ce/cet/cette/ces
4. un/une/des

het aanwijzend voornaamwoord

man.                             ce pull est très beau

vr.                                    cette jupe est bleue  / cette écharpe est blanche

man. + klinker            cet homme porte un jean noir

mvd                                       ces chaussures sont chouettes!

En dan nu in het Frans..

Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Namelijk:

Om te weten welke vorm je moet gebruiken, kijk je naar het woord ná het aanwijzend vnw. 

ce pantalon  / cet homme / cette jupe / ces baskets

______ pull est génial

1. cette
2. cet
3. ce
4. ces

....................écharpe est blanche

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

_____ ami est très sympa

1. Ce
2. Cet
3. Cette
4. Ces

...........shorts de bain sont trop petits

1. Ce
2. Cet
3. Cette
4. Ces

p. 110-112

Faire: 

ex 17a

ex 17c

ex 17d

ex 18a,b

ww essayer, let op!

j'essaie	ik pas/ik probeer
tu essaies	jij past
il/elle/on essaie	hij/zij/men past
nous essayons	wij passen
vous essayez	jullie passen/u past
ils/elles essaient	zij passen