3.1 Hoe ga jij geld verdienen?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 3

3.1 Hoe ga jij geld verdienen?

3.2 Wat voor baan wil jij?

3.3 Hoe is werk geregeld?

3.4 Wat als er geen werk is?

3.1 Hoe ga jij geld verdienen? 

Deel 1

Leerdoelen

• Je leert wat het verschil is tussen werknemer en werkgever
• Je leert hoe je een staafdiagram kunt aflezen en tekenen
• Je leert wat er in een arbeidsovereenkomst staat

Werknemer en werkgever

Je kunt een inkomen verdienen door: 

Een eigen bedrijf: je bent dan ondernemer

• Voordeel: eigen tijden bepalen
• Nadeel: groter risico

Als werknemer: je bent dan in loondienst bij een bedrijf

• Voordeel: zekerheid en vaste tijden
• Nadeel: kunt niet zelf bepalen wat je doet

3.1 Hoe ga jij geld verdienen?

• Als een bedrijf mensen zoekt om voor hen te komen werken, dan hebben zij een vacature
  

• Vacature:
  
• een baan waarvoor iemand wordt gezocht

3.1 Hoe ga jij geld verdienen?

• Als je een baan zoekt kun je solliciteren.
  

Arbeidsovereenkomst

Werkgever en werknemer sluiten een arbeidsovereenkomst af

Hierin staan je rechten, plichten en arbeidsvoorwaarden, zoals:

• hoeveel uur per week je werkt en wat je loon is
• hoeveel vakantiedagen je hebt en cursussen

In de proeftijd (max. 2 maanden) kunnen werkgever en werknemer bekijken of het werk wel bevalt.

Aan de slag:

CAO

cao = collectieve arbeidsovereenkomst.

In een cao staan de arbeidsvoorwaarden die gelden voor iedereen in een bepaalde bedrijfstak.

Een bedrijfstak is een groep gelijksoortige bedrijven, bijvoorbeeld de bouw, de detailhandel (winkelbedrijven) of de gezondheidszorg.

Arbeidsovereenkomst

Werkgever en werknemer sluiten een arbeidsovereenkomst af

Hierin staan je rechten, plichten en arbeidsvoorwaarden, zoals:

• hoeveel uur per week je werkt en wat je loon is
• hoeveel vakantiedagen je hebt en cursussen

In de proeftijd (max. 2 maanden) kunnen werkgever en werknemer bekijken of het werk wel bevalt.

Bruto- en nettoloon

In je arbeidsovereenkomst staat hoeveel je brutoloon is. Dit is het loon dat je werkgever met jou afgesproken heeft.

Van het brutoloon moet de werkgever loonbelasting en sociale premies aan de overheid (voor uitkeringen) betalen. Dit zijn de inhoudingen. 

Wat overblijft, ontvang je op je bankrekening. Dat is je nettoloon.

Nettoloon berekenen

nettoloon = brutoloon – inhoudingen

Je brutoloon is € 1.830. Daarop wordt € 160 aan loonbelasting ingehouden en € 89 aan sociale premies. Bereken je nettoloon.

De inhoudingen zijn € 160 + € 89 = € 249

Je nettoloon € 1.830 – € 249 = € 1.581

Welk bedrag krijgt een werknemer op zijn bankrekening gestort?

1. geld
2. belasting
3. brutoloon
4. nettoloon

Je verdient een nettoloon van € 2.500. De inhoudingen zijn € 500. Hoeveel is het brutoloon?

1. € 2.000
2. € 3.000
3. € 2.500
4. € 500

Aan de slag: