Boodschappen doen

Themadag Wonen
Boodschappen doen 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Themadag Wonen
Boodschappen doen 

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
- Lesdoelen  
- Wat weet je allemaal over boodschappen doen?
- Bespaartips 
- Opdracht: Maak een boodschappenlijstje voor het gezin
- Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
In deze les leren wij: 
- Waar je boodschappen kunt doen;
- Wat je allemaal nodig hebt als je voor een week boodschappen moet doen; 
- Waarom we flesjes/blikjes inleveren in de supermarkt;
- Hoe je kunt besparen op boodschappen. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je allemaal over boodschappen doen?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Welke dingen op de afbeelding hebben iets te maken met boodschappen doen?

Slide 9 - Tekstslide

Waar doen jullie boodschappen?

Slide 10 - Woordweb

Wat koop je allemaal als je boodschappen doet?

Slide 11 - Woordweb

Boodschappen doen
Je kan boodschappen doen in de supermarkt. Maar ook op andere plekken.

Slide 12 - Tekstslide

Boodschappen doen
Je kan boodschappen doen in de supermarkt. Maar ook op andere plekken.

Zoals op de markt of online.

Slide 13 - Tekstslide

4

Slide 14 - Video

02:31
Hoe duur zijn de aardbeien?
A
€1.50
B
€3.00
C
€3.50
D
De aardbeien zijn op

Slide 15 - Quizvraag

02:50
Welke kraam is haar favoriet?

Slide 16 - Open vraag

03:49
Wat heeft deze mevrouw gekocht?
A
Rozen
B
Tulpen
C
Bosje
D
6,50

Slide 17 - Quizvraag

04:58
De mevrouw betaalt contact bij deze kraam.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

De Markt
In de meeste plaatsen wordt iedere week een markt gehouden. In Heerenveen is er op zaterdag een grote markt.

Wie van jullie is ooit naar de markt geweest in Nederland?
Wat heb je daar gekocht?
Hoe heb je afgerekend op de markt?

Slide 19 - Tekstslide

Winkels
In de supermarkt en op de markt kun je veel verschillende dingen kopen. Eten, drinken, bloemen, kleding, verzorgingsproducten en schoonmaakmiddelen.

Er zijn ook nog andere winkels waar deze spullen gekocht kunnen worden.

Slide 20 - Tekstslide

Winkels
  • Kledingwinkel   (C&A, H&M, Zara, Primark, Only)
  • Drogist (Kruidvat, DA, Etos)
  • Bakker (brood)
  • Slager (vlees)
  • Groenteboer (groenten en vaak ook fruit)
  • Bloemist (bloemen en planten)
  • Supermarkt (AH, Lidl, Picnic, Flik) 

Slide 21 - Tekstslide


A
Kledingwinkel
B
Supermarkt
C
Drogist
D
Slager

Slide 22 - Quizvraag


A
Kledingwinkel
B
Supermarkt
C
Drogist
D
Slager

Slide 23 - Quizvraag


A
Slager
B
Groenteboer
C
Bakker
D
Kledingwinkel

Slide 24 - Quizvraag

Waar kun je dit kopen?
A
Drogist
B
Supermarkt
C
Drogist + Supermarkt
D
Niet bij de drogist of supermarkt

Slide 25 - Quizvraag

Waar kun je dit kopen?
A
Drogist
B
Supermarkt
C
Drogist + Supermarkt
D
Niet bij de drogist of supermarkt

Slide 26 - Quizvraag

Waar kun je dit kopen?
A
Drogist
B
Supermarkt
C
Drogist + Supermarkt
D
Niet bij de drogist of supermarkt

Slide 27 - Quizvraag

2

Slide 28 - Video

00:21
Alle flessen, kratten en blikjes die je opnieuw kan gebruiken noemen we
A
Emballage
B
Recyclen

Slide 29 - Quizvraag

01:12
Hoeveel lege flessen passen er in de zak?
A
100
B
230
C
250
D
5

Slide 30 - Quizvraag

Waarom leveren we de flessen, kratten en blikje in?
A
Zodat ze opnieuw gebruikt kunnen worden.
B
Zodat ze weggegooid kunnen worden.

Slide 31 - Quizvraag

Wat gebruik jij als je boodschappen gaat doen?
A
B
C
D

Slide 32 - Quizvraag

Bedenk zoveel mogelijk
bespaartips

Slide 33 - Woordweb

Bespaartips
  • Bepaal een budget voor je boodschappen (hoeveel kan ik opmaken?)
  • Maak een boodschappenlijst (hou je aan deze lijst!)
  • Kijk onderin het schap (vaak goedkopere merken)
  • Ga niet voor kant-en-klaar (maak je eten zelf)
  • Let op aanbiedingen, maar laat je niet verleiden (bijv. 2+2, terwijl je er maar 1 nodig hebt...)
  • Ga geen boodschappen doen als je honger hebt!
  • Gooi geen eten weg (bewaar eten in een vriezer)

Slide 34 - Tekstslide

Maak je lijstje
Per groepje lees je de casus over het gezin waar jullie voor de hele week een boodschappenlijstje moeten maken. 
Denk aan eten, drinken en aan verzorgingsproducten. Presenteer per groepje aan de klas jullie lijstje. 

Je mag gebruiken: internet (opzoeken van prijzen). Bijvoorbeeld www.ah.nl 
Probeer de boodschappen zo goedkoop mogelijk te doen!

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Lesdoelen
In deze les leren wij: 
- Waar je boodschappen kunt doen;
- Wat je allemaal nodig hebt als je voor een week boodschappen moet doen; 
- Waarom we flesjes/blikjes inleveren in de supermarkt;
- Hoe je kunt besparen op boodschappen. 

Slide 37 - Tekstslide