2KGT | 8.2 symmetrie in vlakke figuren

LES 3
8.2 Symmetrie in vlakke figuren
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

LES 3
8.2 Symmetrie in vlakke figuren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Wat heb je elke les nodig?
  • Het LessonUp Werkboek
  • Pen en potlood
  • Geodriehoek
  • Rekenmachine
  • Mobiel met camera (optioneel)
Hoe gaan we te werk?
Je maakt elke les volledig online met behulp van het LessonUp Werkboek.

Je hoeft na deze LessonUp dus geen opgaven meer te maken uit je boek! Deze zijn namelijk al verwerkt in de LessonUp zelf.

Dus wat moet je doen?
Lees de uitleg goed door, bekijk aandachtig de video en maak de opdrachten in deze LessonUp.
Daarna ben je klaar.
Foto's uploaden
Soms kom je een opdracht tegen waarbij je een foto van je uitwerkingen kunt maken en deze kunt inleveren/ uploaden. Dit is niet verplicht, maar wel handig. Typ wel altijd "gemaakt".

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van deze les...
...kun je uitleggen wat een gelijkbenige driehoek is en kun je benoemen welke eigenschappen deze driehoek heeft.
...kun je uitleggen wat een gelijkzijdige driehoek is en kun je benoemen welke eigenschappen deze driehoek heeft.
...kun je de middelloodlijn van een lijnstuk en/of van een zijde herkennen en tekenen.
...kun je de deellijn van een hoek herkennen en tekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symmetrische driehoeken
Er zijn twee soorten symmetrische driehoeken:
een gelijkbenige driehoek en een gelijkzijdige driehoek.

Een gelijkbenige driehoek is een driehoek met 
- twee even lange zijden én met
- twee even grote hoeken.
Hierdoor is een gelijkbenige driehoek een symmetrische driehoek.

Je kunt een gelijkbenige driehoek op één manier dubbelvouwen.
Er is dus één symmetrieas.
De symmetrieas staat loodrecht op een zijde.

De gelijkbenige driehoek ABC kun je langs de rode lijn dubbelvouwen. De twee helften passen precies op elkaar. 

De zijden AB en BC passen precies op elkaar, 
want AB = BC.

Hoek A en hoek C passen ook precies op elkaar, 
want ∠A = ∠C.

Driehoek ABC is een symmetrische driehoek.

De symmetrieas staat loodrecht op zijde AC.
∠D1 = ∠D2 = 90º. Door de symmetrie is AD = CD.

Slide 4 - Tekstslide

de slide tript em weer, zie kleine versie aan de zijkant <<
Symmetrische driehoeken
Er zijn twee soorten symmetrische driehoeken:
een gelijkbenige driehoek en een gelijkzijdige driehoek.

Een gelijkzijdige driehoek is een driehoek met:
- drie even lange zijden én met
- drie even grote hoeken.
Hierdoor is een gelijkzijdige driehoek een symmetrische driehoek.

Je kunt een gelijkzijdige driehoek op drie manieren dubbelvouwen. 
Er zijn dus drie symmetrieassen.
De symmetrieassen staan loodrecht op de zijden.

Slide 5 - Tekstslide

de slide tript em weer, zie kleine versie aan de zijkant <<
Bekijk de video op de volgende slide
en beantwoord de vragen die tijdens het afspelen verschijnen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:36
Wat voor soort driehoek is driehoek ABC?
A
Een scherpe driehoek
B
Een gelijkzijdige driehoek
C
Een gelijkbenige driehoek
D
Een rechthoekige driehoek

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:06
Wat voor soort driehoek is driehoek PQR?
A
Een stompe driehoek
B
Een gelijkzijdige driehoek
C
Een gelijkbenige driehoek
D
Een rechthoekige driehoek

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Maak nu de opdrachten op de volgende slides
Vergeet niet om het LessonUp werkboek erbij te pakken!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen heeft een vierkant?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen heeft een rechthoek?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ferry zegt: "Een vierkant heeft altijd 4 symmetrieassen.
Een rechthoek heeft altijd 2 symmetrieassen.
Een driehoek heeft altijd 3 symmetrieassen."

Heeft Ferry gelijk?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is driehoek ABC gelijkbenig?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen heeft driehoek ABC?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee hoeken zijn even groot?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak opgave 9 uit het LessonUp werkboek.
Typ hieronder "gemaakt" wanneer je dit gedaan hebt.
Je mag een foto van je uitwerkingen maken en deze hier uploaden.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de namen naar het juiste vlakke figuur.
Cirkel
Gelijkbenige driehoek
Gelijkzijdige driehoek
Stompe driehoek
Vierkant
Rechthoek

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak opgave 10 uit het LessonUp werkboek.
Typ hieronder "gemaakt" wanneer je dit gedaan hebt.
Je mag een foto van je uitwerkingen maken en deze hier uploaden.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

aantal symmetrieassen
naam vlakke figuur
0
1
2
3
4
veel
Sleep de namen van de vlakke figuren in de tabel.
cirkel
rechthoek
vierkant
stompe driehoek
gelijkzijdige driehoek
gelijkbenige driehoek

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen denk je dat een cirkel heeft?
A
1
B
1000
C
1 miljoen
D
oneindig veel

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Symmetrie bij lijnen en hoeken
De middelloodlijn van een lijnstuk

Je kunt een lijnstuk, zoals lijnstuk AB, zo 
dubbelvouwen dat de ene helft van het lijnstuk op 
de andere past. De vouwlijn is de symmetrieas.

Er geldt AS = BS.
Ook staat de symmetrieas loodrecht op AB.
Dus de symmetrieas staat loodrecht op het midden van AB.
De symmetrieas noemen we de middelloodlijn van AB.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symmetrie bij lijnen en hoeken
De deellijn van een hoek

Hiernaast zie je hoek C. De symmetrieas is rood getekend.
De symmetrieas verdeelt de hoek in twee gelijke hoeken
Dus ∠C1 = ∠C2.
De symmetrieas noemen we de deellijn van de hoek.

∠C = 40º
∠C1 = 40 : 2 = 20º
∠C1 = ∠C2 = 20º

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Maak nu de opdrachten op de volgende slides
Vergeet niet om het LessonUp werkboek erbij te pakken!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opgave 11 t/m 16 uit het LessonUp werkboek.
Typ hieronder "gemaakt" wanneer je dit gedaan hebt.
Je mag een foto van je uitwerkingen maken en deze hier uploaden.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet een driehoek met drie symmetrieassen?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de symmetrieassen van zo’n driehoek ook de middelloodlijnen van de zijden?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de symmetrieassen van zo'n driehoek ook de deellijnen van de hoeken?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je de uitleg en opdrachten begrepen?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog vragen over deze les?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies