3 MAVO 19-03-2021

3 MAVO UNIT 4
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3 MAVO UNIT 4

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
You will:
-Know how much of  Unit 4 you know well
-Be able to explain what you need to work on for your test
-Be able to make comparisons
-Be able to make active sentences passive
-Know the basics of the future tense 

Slide 2 - Tekstslide

Grammar quiz
  • passive
  • irregular verbs
  • degrees of comparison
  • 'van plan zijn' (Toekomst)

Slide 3 - Tekstslide

Which of these sentences is passive?
A
My car was stolen
B
they stole my car

Slide 4 - Quizvraag

Make the following sentence passive:
'Roald Dahl wrote this book'

Slide 5 - Open vraag

Which of these sentences is NOT passive
A
This building is being cleaned by a special company
B
I was robbed last week
C
iPhones are sold by Apple
D
My father bought a new car

Slide 6 - Quizvraag

Passive
Je maakt de passive door een vorm van to be + voltooid deelwoord. In het Nederlands gebruik je worden of zijn +
voltooid deelwoord.

Someone stole my bike.---My bike was stolen (by someone)

Slide 7 - Tekstslide

blow
eat
throw
eaten
blown
threw
thrown
blew
ate

Slide 8 - Sleepvraag

Give the past simple tense and present perfect tense of the following verb:
'Lay'

Slide 9 - Open vraag

which of these is INCORRECT?
A
do-did-done
B
ride-rode-ridden
C
meet-meeted-meeted
D
go-went-gone

Slide 10 - Quizvraag

Correct or incorrect?

split-split-split
A
correct
B
incorrect

Slide 11 - Quizvraag

Is the pronunciation of these irregular verbs the same?
Read-read-read
A
yes
B
no

Slide 12 - Quizvraag

Geef de vergrotende en overtreffende trap van:
'Simple'
schrijf het als: big-bigger-biggest

Slide 13 - Open vraag

Geef de vergrotende en overtreffende trap van:
'great'
schrijf het als: big-bigger-biggest

Slide 14 - Open vraag

which of these comparisons is INCORRECT?
A
large-larger-largest
B
careful-more careful- most careful
C
popular- popularer- popularest
D
Tiny- tinier-tiniest

Slide 15 - Quizvraag

Comparisons
  • een lettergreep: -er / -est
  • twee lettergrepen op -le, -er, -ow, -y: -er / est
  • twee lettergrepen niet op -le, -er, -ow, -y: more / most
  • drie of meer lettergrepen: more/most
  • Als je wilt vergelijken, kun je ook (not) as ... as ...gebruiken:
'He is not as tall as me'


Slide 16 - Tekstslide

Wanneer gebruik je deze vorm?
to be (am / are / is) + going to + hele werkwoord

Slide 17 - Open vraag

Hoe zeg dat je morgen je vrienden gaat bezoeken?

Slide 18 - Open vraag

Wanneer gebruik je deze vorm?
will + hele werkwoord

Slide 19 - Open vraag

welke vraag is correct?

A
start I tomorrow ?
B
I will start tomorrow?
C
Shall I start tomorrow?
D
Will you start tomorrow?

Slide 20 - Quizvraag

Are there any questions?

Slide 21 - Tekstslide

Have you reached
your goals?
You will:
-Know how much of Unit 4 you know well
-Be able to explain what you need to work on for your test
-Be able to make comparisons
-Be able to make active sentences passive
-Know the basics of the future tense 
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll