Week 42 3HV Frans

Programme 17-10-2019
Récapitulation
Chapitre 2
Strasbourg
les excercises






1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programme 17-10-2019
Récapitulation
Chapitre 2
Strasbourg
les excercises






Slide 1 - Tekstslide

Récapitulation

Slide 2 - Tekstslide

Chapitre 2
  • Blader het hoofdstuk door in zowel tekst- als werkboek
  • Geef antwoord op de vraag: Wat zijn de thema's en onderwerpen in dit hoofdstuk?

Tip: denk aan grammatica/thema's/vaardigheden

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de thema's en onderwerpen van chapitre 2?

Slide 4 - Open vraag

la capitale de l'europe?
Strasbourg 

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Où se trouve Strasbourg?
A
dans le nord de la France
B
dans de nord-ouest de la France
C
dans le sud-ouest de la France
D
dans le nord-est de la France

Slide 8 - Quizvraag

Quelles langues est-ce qu'on parle a Strasbourg?
A
l'allemand, le français et le néerlandais
B
le français, l'alsacien et l'allemand.
C
le luxembourgeois, le français et l'alsacien
D
l'allemand, l'alsacien et l'italien

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn de functies van het europese parlement?

Slide 10 - Open vraag

Video
Kort uitlegfilmpje-> beantwoord na het kijken de vragen in lessonup

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Que promeut l'Union Européenne?

A
la paix, la tolérance, la liberté
B
la paix, la prospérité, la joie
C
la paix, la prospérité, la liberté

Slide 13 - Quizvraag

Comment appelait-on le Mur de Berlin?

A
le rideau de métal
B
le rideau de fer
C
le rideau d'argent

Slide 14 - Quizvraag

En quelle année les 6 pays fondateurs s'unissent-ils?

A
En 1947
B
En 1957
C
En 1967

Slide 15 - Quizvraag

Mots qui concernent L'argent
français

Slide 16 - Woordweb

Remplissez le bon mot.
le samedi ma mère me donne mon............
A
boulot
B
poche-argent
C
argent de poche
D
chemise

Slide 17 - Quizvraag


je ne dépense aucun euro, je ........
A
retire de l'argent
B
fais des économies
C
dépense mon argent
D
je viens d'acheter un clutch

Slide 18 - Quizvraag

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 19 - Open vraag

les excercises
maak de opdrachten die horen bij de intro
HAVO: 1,2,3 vanaf blz. 47
VWO: 1,2,3 vanaf blz. 46

Slide 20 - Tekstslide