H1.2 Landschappen in Nederland (deel 2A)

H1 'Lage landen aan de zee'



cursus 1.2 'Landschappen in Nederland'



1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 'Lage landen aan de zee'



cursus 1.2 'Landschappen in Nederland'



Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Lesdoelen vorige les
  • Lesdoelen deze les
  • Instructie / zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren


Slide 2 - Tekstslide

Herhaling lesdoelen 1.1

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een landschap?

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn hoogtecijfers en hoogtelijnen?
A
Hieraan kun je zie hoe hoog een bepaald gebied is.
B
Lijnen op een kaart die punten met dezelfde hoogte met elkaar verbinden.
C
Hieraan kun je zien hoe hoog een bepaald gebouw is.
D
Getallen op een kaart die aangeven hoeveel m een gebied boven NAP is.

Slide 5 - Quizvraag

Wat bedoelen we met NAP
A
Nederlands Algemeen Peil
B
Het gemiddelde zeeniveau waarmee de hoogte van het landschap wordt aangegeven.
C
Het gemiddelde zeeniveau waarmee de hoogte van een gebouw wordt aangegeven.
D
Normaal Amsterdams peil

Slide 6 - Quizvraag

Waarom heeft Nederland dammen en dijken nodig?

Slide 7 - Open vraag

Lesdoelen 1.2
•    Je kunt de 7 landschappen van Nederland benoemen.

•    Je kunt van elk landschap één kenmerk noemen.
 
•    Je weet welke 3 landschappen in Laag-Nederland liggen.

•    Je weet welke 4 landschappen in Hoog-Nederland liggen.

Slide 8 - Tekstslide

Landschappen in Laag-Nederland
  1. Duinlandschap: strand en duinen van zand met veel hoogteverschillen.
  2. Zeekleilandschap:akkers, weilanden, geschikt voor de landbouw.
  3. Laagveenlandschap: te nat voor akkerbouw, langerekte dorpen langs sloten.

Slide 9 - Tekstslide

Landschappen in Hoog-Nederland
  1. Zandlandschap: grasland, akkerland, natuurgebieden en hoogteverschil.
  2. Hoogveenlandschap: veel grasland, rechte kanalen en langerekte dorpen.
  3. Rivierkleilandschap: grasland, veel fruitbomen en hoge dijken tegen overstromingen.
  4. Lösslandschap: heuvels, en löss (fijn zand).

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De 7 landschappen
  • De 7 landschappen van Nederland



  • Waaraan herken je een landschap?

Slide 12 - Tekstslide

Evaluatie Lesdoelen 1.2
•    Je kunt de 7 landschappen van Nederland benoemen.

•    Je kunt van elk landschap één kenmerk noemen.
 
•    Je weet welke 3 landschappen in Laag-Nederland liggen.

•    Je weet welke 4 landschappen in Hoog-Nederland liggen.

Slide 13 - Tekstslide