Pasado Simple - Verbo Regulares

¡Bienvenidos a las clase de Español!
Meneer Gómez
Martes, 22 de Noviembre de 2022
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a las clase de Español!
Meneer Gómez
Martes, 22 de Noviembre de 2022

Slide 1 - Tekstslide

Reglas de la clase!
El idioma principal en la clase será Español. Sólo si es necesario: Inglés.
El móvil sólo lo usamos para Kahoot u otros juegos.
Si quieres hablar, levanta la mano.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

¿Cómo estás hoy?
¿Qué tal? // ¿Cómo estás?


Mal
(muy) bien
más o menos
regular

Slide 4 - Tekstslide

Objetivos Doelen
  • En esta clase, estudiaremos el indefinido de los verbos regulares ( verleden tijd regelmatige werkwoorden in het spaans)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Los verbos regulares del pretérito indefinido
-ar
-er/-ir
-aste
-iste
-ió
-amos
-imos
-asteis
-isteis
-aron
-ieron

Slide 7 - Tekstslide

Repasar los verbos
Primera persona (First person)
-ar (Caminar) - Caminé 
-er (Leer) - Leí
-ir ( dormir) - Dormí
Bijvoorbeeld: Ayer comí una naranja = Gisteren at ik een sinaasappel.

Slide 8 - Tekstslide

Vervoeg in de indefinido:
Yo ....
A
cená
B
cenaste
C
cené
D
cenamos

Slide 9 - Quizvraag

Vervoeg in de indefinido:
Yo ....
A
compro
B
compré
C
compraste
D
compró

Slide 10 - Quizvraag

indefinido: (yo) hablar
A
hablé
B
hablí

Slide 11 - Quizvraag

Vervoeg in de INDEFINIDO:
Yo ...
A
bebí
B
bebo
C
bebio
D
bebe

Slide 12 - Quizvraag

El verano pasado (viajar/yo) ... a España.
A
viajé
B
he viajado
C
viajó
D
he viajido

Slide 13 - Quizvraag

La semana pasado, yo (trabajar) mucho
A
trabajo
B
trabajé
C
trabajó
D
trabaja

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van de "pretérito indefinido van het werkwoord tussen haakjes.
El año pasado yo (pasar) un fin de semana en la Costa Brava.

A
pasé
B
pasí
C
pasó

Slide 15 - Quizvraag

Vertel in het Spaans wat je gister hebt gedaan (dus in de verleden tijd) in minimaal 6 zinnen.

Denk aan : hoe laat ben je opgestaan? Wat heb je ontbeten? Hoe laat ben je naar school gegaan en weer terug gekomen? Wat heb je daarna gedaan? Hoe laat ben je gaan sporten? etc

Slide 16 - Open vraag

timer
5:00

Slide 17 - Sleepvraag