CG > les 2 > instructie groep 4/5

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.

Slide 1 - Tekstslide

Dit ga je in de lessen over geld leren:
  • Welke soorten geld er zijn
  • Hoe je kunt betalen
  • Wat internetbankieren is

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een veilige plek om geld te bewaren?
A
los op tafel
B
in een spaarpot

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een veilige plek om geld te bewaren?
A
in een kluis
B
in je broekzak

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een veiligste plek om geld te bewaren?
A
in een spaarpot
B
bij de bank

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een veiligste plek om geld te bewaren?
A
op een spaarrekening
B
in je portemonnee

Slide 6 - Quizvraag

Briefgeld en muntgeld
Tegenwoordig zijn er zijn twee soorten geld:
  • Muntgeld 
  • Briefgeld

Muntgeld wordt gemaakt van verschillende soorten metaal.

Papiergeld wordt gemaakt van katoen
Papiergeld is meer waard dan muntgeld.

Slide 7 - Tekstslide

Filmpje
Hoe wordt de euromunt geslagen?  

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Filmpje
Papiergeld 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Het papier waarvan ze geld maken, is geen gewoon papier.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Mensen hebben met elkaar afgesproken dat je met papiergeld makkelijker kunt betalen.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Iedereen kan papiergeld maken.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

In papiergeld zit goud en zilver en daarom is het veel waard.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Vroeger betaalden mensen elkaar door spullen te ruilen.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Als je moeder zegt: 'Ik ga even pinnen' wat gaat ze dan doen?

Slide 17 - Open vraag

Als je moeder zegt: 'Ik ga even pinnen' wat gaat ze dan doen? 

Ze gaat echt geld halen uit een geldautomaat. 

Slide 18 - Tekstslide

Betalen met je pinpas
Veel mensen hebben behalve muntgeld en briefgeld ook een pinpas in hun 
portemonnee. 
Een pinpas is een plastic kaartje wat je kunt gebruiken om te betalen

Je moet dan een geheime code intypen. 
Deze code heet je pincode
Het is belangrijk dat je deze code geheimhoudt, anders kunnen andere mensen betalen met jouw pinpas en dus van jouw geld! 

Slide 19 - Tekstslide

Betalen met je pinpas
Als je betaalt met je pinpas wordt het geld meteen van je bankrekening  afgeschreven. 
Je hebt dan dus geen briefgeld of muntgeld nodig. 

Maar voor gelegenheden waar je alleen contant kunt betalen, kun je ook met je pinpas geld uit een pinautomaat halen om mee te betalen.

Slide 20 - Tekstslide

Filmpje
Geld betalen met je pinpas 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Kun je € 72,00 uit de geldautomaat halen?
Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Open vraag

Kun je € 72,00 uit de geldautomaat halen?
Leg je antwoord uit. 

Nee. 
Geldautomaten geven geen munten. Alleen biljetten. 

Slide 24 - Tekstslide

Van wie is de geldautomaat?

Slide 25 - Open vraag

Van wie is de geldautomaat? 

Van een bank. 

Slide 26 - Tekstslide

Betalen via internet
Je kunt tegenwoordig ook betalen via de computer of je telefoon
Je hebt daar wel internet voor nodig. 
Geld betalen via internet heet internetbankieren

Slide 27 - Tekstslide

Betalen via internet
Je kunt dan geld van jouw rekening op de rekening van iemand anders laten zetten. 
Als je wilt internetbankieren, heb je een wachtwoord nodig. 
Net zoals je pincode moet je ook dit wachtwoord geheimhouden

Slide 28 - Tekstslide

Mama heeft op de computer iets gekocht bij een webwinkel. Ze moet € 74,49 betalen.
Hoe gaat zij dat doen?

Slide 29 - Open vraag

Mama heeft op de computer iets gekocht bij een webwinkel. Ze moet € 74,49 betalen.
Hoe gaat zij dat doen? 

Zij betaalt via internetbankieren. 

Slide 30 - Tekstslide

Evaluatie van de les

Slide 31 - Tekstslide

Dit vond ik het belangrijkste van deze les...

Slide 32 - Woordweb

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 33 - Tekstslide