Frans
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de juiste volgorde van werkwoord en hulpwerkwoord in de passé composé?
A
hulpwerkwoord + werkwoord
B
werkwoord + bijwoord
C
werkwoord + hulpwerkwoord
D
hulpwerkwoord + bijwoord
Slide 2 - Quizvraag
Welke woordgroep is correct in de passé composé?
A
hij is gegeten
B
hij heeft eten
C
hij hebben gegeten
D
hij heeft gegeten
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent het Franse werkwoord 'faire' in het Nederlands?
A
doen
B
maken
C
zien
D
eten
Slide 4 - Quizvraag
Hoe wordt het Franse werkwoord 'faire' vervoegd in de tegenwoordige tijd?
A
tu fais
B
nous faisons
C
il fait
D
je fais
Slide 5 - Quizvraag
Welk woord wordt vaak gebruikt in combinatie met 'faire' om sporten aan te duiden?
A
de la musique
B
du chocolat
C
de l'exercice
D
du sport
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de vertaling van 'Ik heb het gemaakt' in het Frans?
A
Je l'ai créé
B
Je l'ai fait
C
Je l'ai vu
D
Je l'ai mangé
Slide 7 - Quizvraag
Hoe zeg je 'Wat ga je doen?' in het Frans?
A
Où vas-tu aller?
B
Qu'est-ce que tu vas faire?
C
Combien ça coûte?
D
Que vas-tu faire?
Slide 8 - Quizvraag
Wat weten jullie over de voltooide tijd? Vul in wat in je opkomt.
Slide 9 - Open vraag
1. Je hebt dus het rijtje van AVOIR weer nodig! Schrijf het rijtje van AVOIR nu op
Slide 10 - Open vraag
Vertaal:
Vous avez dansé
Vous avez dansé
Slide 11 - Open vraag
Waaruit bestaat de Passé Composé?
Slide 12 - Open vraag
Geef aan of je zelfstandig verder kunt werken of dat je nog hulp nodig denkt te hebben. Vul in : ZELF of HULP
Slide 13 - Open vraag
Werkwoorden op ER
Slide 14 - Woordweb
Wat is de voltooide tijd van het werkwoord 'avoir' in de eerste persoon enkelvoud?
A
j'ai had
B
j'ai hebben gehad
C
j'ai hebben
D
j'ai gehad
Slide 15 - Quizvraag
Hoe vorm je de voltooide tijd van 'avoir' in de derde persoon meervoud?
A
ils/elles ont gehad
B
ils/elles hadden
C
ils/elles hebben
D
ils/elles hebben gehad
Slide 16 - Quizvraag
Welke van de volgende zinnen gebruikt de voltooide tijd van 'avoir' correct?
A
Tu heb gehad een cadeau voor je verjaardag.
B
Tu had een cadeau voor je verjaardag.
C
Tu heeft een cadeau voor je verjaardag.
D
Tu as eu een cadeau voor je verjaardag.
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de juiste voltooide tijd van 'avoir' in de tweede persoon meervoud?
A
vous avez gehad
B
vous hebben gehad
C
vous hadden
D
vous heeft
Slide 18 - Quizvraag
Kies de correcte voltooide tijd van 'avoir' in de eerste persoon meervoud.
A
nous heeft
B
nous avons gehad
C
nous hebben gehad
D
nous hadden
Slide 19 - Quizvraag
Schrijf het rijtje uitkomsten uit van het woord: Danser
Je... enzovoort
Je... enzovoort
Slide 20 - Open vraag
15+105 Est
...+... Est ...
...+... Est ...
Slide 21 - Open vraag
70,71,72,73,80,81,92,83,90,91,92,93
In het Frans uitgeschreven.
In het Frans uitgeschreven.
