Woensdag5
Check-in
1 / 25
Onderdelen in deze les
Check-in
Slide 1 - Open vraag
Slide 2 - Tekstslide
WERKWOORDSPELLING - 2e zin
[vinden]
Hoe ______ je de film?
[vinden]
Hoe ______ je de film?
Slide 3 - Open vraag
17. De werkwoordspelling heb ik altijd ................ (haten).
Slide 4 - Open vraag
WERKWOORDSPELLING - 3e zin
[snijden]
Isa _____________ de kaas in blokjes.
[snijden]
Isa _____________ de kaas in blokjes.
Slide 5 - Open vraag
WERKWOORDSPELLING - 1e zin
[vinden]
Hoe ______ je zus de film?
[vinden]
Hoe ______ je zus de film?
Slide 6 - Open vraag
WERKWOORDSPELLING
[praten]
Ik ________ gisteren over mijn nieuwe diploma.
[praten]
Ik ________ gisteren over mijn nieuwe diploma.
Slide 7 - Open vraag
WERKWOORDSPELLING - 4e zin
[verbazen]
Geraldien _____________ haar moeder regelmatig.
[verbazen]
Geraldien _____________ haar moeder regelmatig.
Slide 8 - Open vraag
WERKWOORDSPELLING - 5e zin
[parkeren]
Daan heeft zijn auto ___________.
[parkeren]
Daan heeft zijn auto ___________.
Slide 9 - Open vraag
WERKWOORDSPELLING - 3e zin
[MAKEN]
Jij _____________ vroeger een mooi kleiwerkje.
[MAKEN]
Jij _____________ vroeger een mooi kleiwerkje.
Slide 10 - Open vraag
Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
Slide 11 - Open vraag
WERKWOORDSPELLING
[vinden]
________ je moeder die bloemen mooi?
[vinden]
________ je moeder die bloemen mooi?
Slide 12 - Open vraag
(Worden) jij ook zo moe van werkwoordspelling?
Slide 13 - Open vraag
Wanneer heb je TE SEXY FOKSCHAAP of 't kofschip nodig?
Slide 14 - Open vraag
Wat is het verschil tussen deze vormen? (verdient- verdiend)
Slide 15 - Open vraag
Hoe kun je weten dat het om een bn als vd gaat?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Hoeveel % is 3/4 (alleen getal)
Slide 18 - Open vraag
Hoeveel % is 14/100 (alleen getal)
Slide 19 - Open vraag
Hoeveel % is 2/25 (alleen getal)
Slide 20 - Open vraag
Hoeveel % is 4/16 (alleen getal)
Slide 21 - Open vraag
Uit hoeveel blokjes bestaat het motief?
Slide 22 - Open vraag
Wat is de verhouding tussen rode, zwarte en witte tegels? noteer zoals 1:2:3
Slide 23 - Open vraag
Er worden totaal 300 witte tegels gebruikt. Hoeveel zwarte worden er gebruikt?
Slide 24 - Open vraag
Hoeveel tegels worden er in totaal gebruikt?
