3.4, 3.5 en 3.6

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 2

Hoofdstuk 3 inkoopprijs en verkoopprijs

Nakijken

Opdracht 3.15, 3.16, 3.18, 3.19 en 3.21 t/m 3.28

Brutowinstopslag

De berekening van de verkoopprijs van een product door de inkoopprijs te verhogen met een percentage van de inkoopprijs.

Brutowinstopslag

Brutowinstopslag

Brutowinstmarge

De brutowinstmarge is de brutowinst als percentage van de omzet.

Brutowinstmarge

Brutowinstmarge

3.4

Bruto-verkoopprijs/consumentenprijs = De verkoopprijs verhoogd met de Btw

Verkoopprijs

Verkoopprijs

Consumentenprijs

Consumentenprijs

Consumentenprijs

Consumentenprijs

Consumentenprijs

Consumentenprijs

Consumentenprijs

Consumentenprijs

Omrekenfactor

De omrekenfactor is dus het getal waarmee je de inkoopprijs vermenigvuldigt om direct te consumentenprijs te bepalen.

Omrekenfactor

Inkoopprijs blikje energy = €1,10

Omrekenfactor = 2,2

De Btw bedraagt 9%

Omrekenfactor

Inkoopprijs bedrijfseconomieboek = €17,80

Omrekenfactor = 2,7

De Btw bedraagt 21%

Omzetsnelheid

Hoe vaak wordt de gemiddelde voorraad verkocht door een onderneming?

Omzetsnelheid

Omzetsnelheid

Voorbeeld

Boek -> bladzijde 70 voorbeeld 15

Opslagduur

Hoelang hebben de goederen gemiddeld in je magazijn gelegen?

Opslagduur

Opslagduur

Opslagduur = 365 / omzetsnelheid

Opslagduur = 52 / omzetsnelheid

Opslagduur = 12 / omzetsnelheid

Voorbeeld

Boek -> bladzijde 71 voorbeeld 16