Leerdoel E oorzaak en gevolg

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Wat zijn oorzaken en gevolgen?

• Een oorzaak verklaart waarom iets is gebeurd
• Elke gebeurtenis of ontwikkeling zorgt op haar beurt weer voor veranderingen. Dat zijn gevolgen. Dat kun je je als volgt voorstellen:

Maar....

Dat ziet er natuurlijk heel overzichtelijk uit. Maar meestal heeft een gebeurtenis meerdere oorzaken en meerdere gevolgen:

Directe en indirecte oorzaken 

• Een directe oorzaak leidt meteen tot de gebeurtenis. In dit geval: je hebt niet geleerd voor de toets. 
• Een indirecte oorzaak leidt met een tussenstap tot de gebeurtenis. In dit geval: je hebt niet geleerd, omdat je ziek was en je het vak toch al zo lastig vindt.
  

Directe en indirecte gevolgen 

• Je kunt op dezelfde manier directe en indirecte gevolgen onderscheiden. 
• Een direct gevolg volgt meteen uit de gebeurtenis. Een indirect gevolg komt voort uit een ander gevolg van de gebeurtenis.
  

Directe en indirecte oorzaken en gevolgen 

• Directe oorzaken en gevolgen gebeuren altijd direct voor of direct na een gebeurtenis. 
• Indirecte oorzaken en gevolgen bevatten altijd een tussenstap tot een gebeurtenis. 

Een ezelsbruggetje! 

Oorzaken

Aanleiding

Gevolgen

Push en Pull factoren 

Push factoren: Geen werk, gevaarlijk (oorlog), geen eten (hongersnood), geen vrijheid van geloof.
Pull factoren: Veel werk, veilig, goede toekomst.

Push betekent duwen en
Pull betekent trekken!

Sleep de push- en pullfactoren naar het juiste vak 

Push-factoren

Pull factoren

Een veiliger leefklimaat

Betere voorzieningen

Gebrekkige voorzieningen

Gebrek aan veiligheid

Armoede

Geen vrijheid van meningsuiting

Grotere welvaart

Politieke veiligheid

Bij de video

Geef een direct gevolg van de slavenhandel

Geef een indirect gevolg van de slavenhandel

Leerdoel E: Je herkent verschillende soorten oorzaken en gevolgen in de geschiedenis.

Werk doelenblad E uit.