Je kunt drie afspraken benoemen die de Britten maakten om meer invloed te krijgen in het Midden-Oosten.
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Joden in het Romeinse Rijk
Palestina na het Romeinse Rijk
Het Ottomaanse Rijk in verval
Zionisme
Belofte maakt schuld
Louis Theroux
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Joden in het Romeinse Rijk (1)
Leefden in de provincie Judea. (Wat we nu Israël/Palestina zouden noemen).
Romeinen veroveren dit gebied rond het jaar 1.
Spanningen tussen Romeinen en Joden: Romeinen geloven in meerdere goden (polytheïsme), Joden maar in één god (monotheïsme).
Slide 4 - Tekstslide
Joden in het Romeinse Rijk (2)
Joden erkennen de Romeinse goden niet
Julius Caesar maakt uitzondering voor Joden, maar dan moeten ze wel extra belastingbetalen
Extra belastingen zorgen voor onrust, opstanden en uiteindelijk oorlog (Joodse Oorlog: 66-70 n. Chr.)
Slide 5 - Tekstslide
Palestina na de Romeinen
Het gebied werd in de 7e eeuw door Arabische moslims veroverd.
In de stad Jeruzalem bouwden ze op de Tempelberg o.a.: de Rotskoepel en de Al-Aqsamoskee
In die tijd woonden moslims, christenen en Joden min of meer vreedzaam naast elkaar.
Slide 6 - Tekstslide
Het verval van het Ottomaanse Rijk
Het Ottomaanse Rijk kiest tijdens WOI de kant van Duitsland.
De Ottomanen (Turken) overheersen de Arabieren. De Engelsen vragen Arabische steun. (Engelsen wilden vooral controle op het Suezkanaal).
In ruil voor die steun zullen de Engelsen de Arabieren helpen om een groot Arabisch Rijk te stichtten.
Slide 7 - Tekstslide
Zionisme
Door de opkomst van het nationalisme veel geweld (pogroms) tegen Joden in Europa in de 19e eeuw. Joden beseffen dat zij een eigen plek en land moeten hebben.
Zionisme: het streven van Joden naar een eigen Joodse staat (het liefst in Palestina).
Belangrijke zionist: Theodor Herzl (1860-1904) (boek: Der Judenstaat)
Slide 8 - Tekstslide
Belofte maakt schuld... (1)
Groot-Brittannië kan elke hulp (geld, goederen en soldaten) in het gebied goed gebruiken...
...en gaan dingen beloven aan verschillende groepen in de regio zoals de Arabieren, maar ook de zionisten...
Slide 9 - Tekstslide
1915: McMahon-Hussein-correspondentie
Britten beloven, als ze helpen de Turken te verslaan, onafhankelijkheid voor de Arabieren.
1917: Balfour-verklaring
Britten beloven de Joden, een Joods nationaal tehuis, in ruil voor steun aan de Britten.
Slide 10 - Tekstslide
Belofte maakt schuld (2)
1916: Sykes-Picot-verdrag
Frankrijk en Groot-Brittannië willen het gebied helemaal niet weggeven aan andere landen of volken: ze willen het zelf houden.
De dubbele beloften uit 1915 en 1917, in combinatie met dit verdrag is de basis voor de huidige problemen in het Midden-Oosten
Slide 11 - Tekstslide
Na de Eerste Wereldoorlog (1919)
Onderhandelingen in Versailles.
Zowel Palestijnse Arabieren als Joden gaan er vanuit dat de beloften worden ingelost: een eigen staat.
Onderhandelaars (lees: Frankrijk en Groot-Brittannië) vinden dat het Midden-Oosten nog niet klaar is vooronafhankelijkheid.
Slide 12 - Tekstslide
Vrede van Versailles (1919)
Het Midden-Oosten wordt voorlopig bestuurd door de Volkenbond.
De Volkenbond geeft Frankrijk en Groot-Brittannië de opdracht het gebied te besturen: mandaat.
Van de Volkenbond moet Groot-Brittannië zich aan de Balfour-verklaring houden, niet aan de afspraken die gemaakt zijn met de Arabieren.
1922: Mandaatgebied Palestina
Slide 13 - Tekstslide
Mandaatgebieden in het Midden-Oosten.
Slide 14 - Tekstslide
Joodse immigratie - Palestijnse problemen (1)
Door de Britse toezegging van een Joods nationaal tehuis: veel Joodse immigranten (ongeveer 40.000) naar Palestina
Welgestelde Joden kopen veel grond van Arabische grootgrondbezitters: Palestijnse Arabieren worden van hun land gezet.
Slide 15 - Tekstslide
Joodse immigratie – Palestijnse problemen (2)
Grote immigratie en Joodse landaankoop zorgen voor irritatie en angst bij de Palestijnse Arabieren.
In het gebied ontstaan rellen.
Joden vinden dat de Britten niet genoeg doen tegen het Arabische geweld en richten daarom hun eigen 'leger' op: Hagana.
Slide 16 - Tekstslide
Arabisch-Palestijnse opstand (1936-1939) (1)
Anti-Joodse wetten (Neurenberger Rassenwetten, 1935) zorgen voor emigratie uit Duitsland.
Veel Joden willen het liefst naar de Verenigde Staten, maar dat land heeft strenge immigratiewetten.
Joden kiezen daarom voor Palestina. Gevolg: 170.000 Joodse migranten in drie jaar tijd.
Slide 17 - Tekstslide
Arabisch-Palestijnse opstand (1936-1939) (2)
Burgeroorlog tussen Joden en Palestijnse Arabieren.
Arabieren plegen aanslagen op zowel Joden als Britten (die soms samenwerkten), en Joden plegen aanslagen op Arabieren en Britten,
Onoverzichtelijke situatie waar de Britten zich geen raad mee weten,
Slide 18 - Tekstslide
MacDonald White Paper (1939)
Zelfbestuur voor Palestina.
De Joodse immigratie werd beperkt tot 15.000 mensen per jaar, voor de komende vijf jaar. Daarna mocht de Arabische bevolking hierover beslissen.
De landaankoop door Joden werd beperkt.
Britten verlaten het gebied binnen tien jaar.
Slide 19 - Tekstslide
Gevolgen van het Witboek
De timing was zeer ongelukkig: (Kristallnacht en de Holocaust), terwijl de mogelijkheden om te migreren/vluchten steeds moeilijker werd.
Joden waren zeer teleurgesteld: dit was in strijd met de Balfour-verklaring uit 1917.
Palestijnse Arabieren waren ook teleurgesteld, maar het geweld nam wel af.
Slide 20 - Tekstslide
Na de Tweede Wereldoorlog
Veel Joden willen weg uit Europa, zelfs na de oorlog was er veel antisemitisme.
Emigreren naar Palestina was moeilijk: de Britten hielden vast aan hun Witboek.
De Hagana hielp met illegaleemigratie naar Palestina.
Geweld tegen de Britten. Groot-Brittannië trekt zich terug.
Slide 21 - Tekstslide
Ga aan de slag met het werkblad over
Israël en Palestina
Klaar? Ga dan verder met het huiswerk: 3, 4, 5, 7, 8, 10 12 en 13.
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt drie afspraken benoemen die de Britten maakten om meer invloed te krijgen in het Midden-Oosten.