Politiek: Parlementaire Democratie

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke invalshoek?
"Wat heeft de overheid tot nu toe aan het probleem gedaan?"
A
sociaal-economische
B
politiek-juridische
C
sociaal-culturele
D
veranderings- en vergelijkende

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkeloosheid is een maatschappelijk probleem, maar geen politiek probleem.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel, de tbs-regeling heeft niet het beoogde effect.
Welke macht binnen de trias politica beslist dan of deze regeling moet worden veranderd of afgeschaft?
A
De wetgevende macht.
B
De uitvoerende macht.
C
De rechterlijke macht.
D
Volgens de ‘checks and balances’: de drie machten samen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De regering
Het parlement
Rechters

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel dat verkeersboetes niet het gewenste effect hebben. Welke macht binnen de Trias Politica beslist dan of deze regeling moet worden veranderd of afgeschaft?
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht
D
De drie machten samen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een rechtsstaat maken rechters de wetten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Onjuist; dit doet de overheid. 

In de 2e kamer komt een wetsvoorstel binnen. Als ze hier akkoord zijn moet het nog aangenomen worden door de eerste kamer. 
In een rechtsstaat mag een journalist schrijven wat hij wil
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Geen smaad en laster. 
Welke macht hoort bij de volgende uitspraak:

"De minister belooft strenger te controleren op handsfree bellen op de fiets".
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke macht hoort bij de volgende uitspraak:

"Dion wordt veroordeeld voor een taakstraf van 15 uur".
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk kenmerk past niet bij een parlementaire democratie?
A
Alle burgers zijn voor de wet gelijk.
B
De politieke macht ligt bij het parlement.
C
De regering beslist of een wet wordt aangenomen.
D
Er zijn vrije en geheime verkiezingen.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Passief kiesrecht betekent dat:
A
politici over wetten stemmen.
B
maar weinig mensen gaan stemmen
C
je bij verkiezingen mag gaan stemmen.
D
mensen bij verkiezingen op jou kunnen stemmen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland is een democratie.
Welk kenmerk behoort niet bij een democratie?
A
Alle burgers zijn voor de wet gelijk.
B
De grootste partij heeft de macht over de massamedia.
C
De overheid is gebonden aan de wet.
D
er zijn vrije verkiezingen

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst 1
Donner naar Kamer om zaak-Nienke Kleiss
CDA-minister Piet Hein Donner moet in de Tweede Kamer verschijnen omdat  Justitie jarenlang bewijs zou hebben achtergehouden in de rechtszaak rond de  Schiedammer Parkmoord.  SP en GroenLinks willen dat minister Donner de zaak dinsdag in de Tweede Kamer komt ophelderen.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland heeft een parlementaire democratie.
Welk kenmerk van een parlementaire democratie herken je in tekst 1?
A
Beslissingen in het parlement worden met meerderheid van stemmen genomen.
B
De burgers hebben het recht om de leden van de Tweede Kamer rechtstreeks te kiezen.
C
Gezag en macht van politici zijn vastgelegd in de wet.
D
Ministers kunnen ter verantwoording worden geroepen door devolksvertegenwoordiging.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van een parlementaire democratie?
A
Alle burgers zijn voor de wet gelijk.
B
Het kabinet geeft leiding aan het parlement.
C
Het parlement kan vrijheid van meningsuiting beperken.

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een parlementaire democratie zijn alle burgers volgens de wet gelijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee functies van de media die van belang zijn voor de politiek.

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kritisch onderzoek doen door de media. Welke functie is dit?
A
Informatieve
B
Controlerende (Waakhond)
C
Agenda

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies