Les: Voortplantingsorganen

Welkom klas 4 VMBO-TL
Les 1:
Thema: Van Generatie op Generatie (BI/K/12)
Onderwerp: Voortplantingsorganen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom klas 4 VMBO-TL
Les 1:
Thema: Van Generatie op Generatie (BI/K/12)
Onderwerp: Voortplantingsorganen

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning:
- Doornemen Leerdoelen
- Voorkennis
- Theorie Man
- Theorie Vrouw
- Oefenen Examenvragen  
- Afsluiting van de les 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel:
Delen van de voortplantingsstelsels noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven:

Vrouwelijk voortplantingsorgaan: 
– ligging, bouw en functie van eierstokken, eileiders, baarmoeder, schede (= vagina),
grote en kleine schaamlippen, kittelaar (= clitoris)
Mannelijk voortplantingsorgaan: 
– ligging, bouw en functie van balzak, teelballen/zaadballen, bijballen, zaadblaasjes,
zaadleiders, prostaat, penis, zwellichamen, urinebuis, voorhuid, eikel

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis activeren: Wat weet je al over de
Voortplantingsorganen

Slide 4 - Woordweb

Mannelijke Voortplantingsorgaan

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Mannelijk voortplantingsorgaan
1. Urineleider
2. Blaas
3. Zaadblaasje
4. Schaambeen
5. Prostaat
6. Penis
7. Urinebuis
8. Zwellichaam
9. Bijbal
10. Eikel
11. Teelbal (testis) 
12. Balzak (scrotum) 
13. Anus 
14. Endeldarm
15. Zaadleider  

Slide 7 - Tekstslide

Functie
Balzak: De zaadballen en bijballen bevinden zich eigenlijk buiten het lichaam in de balzak. Voor de productie van zaadcellen is het belangrijk dat de temperatuur in de balzak lager is dan de lichaamstemperatuur.

Zaadballen/teelballen: De zaadballen produceren mannelijke hormonen (testosteron) en zaadcellen. 


Bijballen: Een man heeft dus twee zaadballen en twee bijballen. Zo'n bijbal bestaat uit een wirwar van zeer kleine buisjes en ligt als een soort kapje op de zaadbal. De zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen.




Slide 8 - Tekstslide

Functie
Zaadblaasje: De zaadblaasjes zijn twee klieren die samen met de prostaat, waar ze tegenaan liggen, het spermavocht produceren dat tijdens een orgasme met de rijpe zaadcellen uit de bijballen het sperma vormt

Prostaat: Bij de ejaculatie trekt de prostaat samen en wordt het sperma (zaadcellen in prostaatvocht) door de plasbuis naar buiten geperst. De blaashals wordt ook samengetrokken waardoor het sperma niet in de blaas kan stromen. 

Zaadleider: Vervoert de zaadcellen met het zaadvocht (de sperma) naar de urinebuis. 

Zwellichaam: Sponsachtig weefsel in de penis die gevuld kan worden met bloed waardoor de man een erectie krijgt.




Slide 9 - Tekstslide

Check vragen

Slide 10 - Tekstslide

Hier wordt het mannelijke hormoon testosteron en de zaadcellen gemaakt:
A
Balzak
B
Zaadblaasjes
C
Prostaat
D
Zaad-/Teelballen

Slide 11 - Quizvraag

De zaadballen en bijballen bevinden zich eigenlijk buiten het lichaam in de balzak. Waarom is dat?

Slide 12 - Open vraag

Vrouwelijke Voortplantingsorgaan

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Vrouwelijk voortplantingsorgaan
  1. Urineleider​
  2. Wervelkolom​
  3. Endeldarm​
  4. Anus​
  5. Eileider​
  6. Eierstok​
  7. Baarmoeder​
  8. Baarmoederhals​
  9. Blaas​
10. Vagina​
 11. Schaambeen​
12. Clitoris​
 13. Urinebuis​
14. Kleine schaamlippen​
 15. Grote schaamlippen​
 16. Trechter​

Slide 15 - Tekstslide

Functie 
  • Eierstokken: Een eierstok of ovarium is het orgaan in de vrouw waar de eicellen ontwikkeld en opgeslagen worden. (Één eicel per 4 weken)​



  • Eileider: De functie van de eileider is simpelweg het vervoer van de eicel naar de baarmoeder. Hierin vindt de bevruchting tussen eicel en zaadcel plaats.​



  • Baarmoeder: De belangrijkste functie van de baarmoeder is om een bevrucht embryo te laten innestelen. Het embryo groeit in de baarmoeder uit tot foetus en blijft er tot de geboorte van de baby.​

Slide 16 - Tekstslide

Functie 
  • Schede (=vagina): De vagina of schede is het inwendige deel van het geslachtsorgaan dat de baarmoeder met de buitenkant van het lichaam verbindt. De vagina is geschikt om de penis in te brengen bij het paren.

  • Kleine schaamlippen: Bevat o.a. klieren die slijm produceren bij opwinding, zodat de penis makkelijker de vagina in kan.​

  • Grote schaamlippen: De grote schaamlippen omgeven een aantal geslachtsdelen zoals de clitoris en de kleine schaamlippen om ze te verbergen en te beschermen. ​

  • Kittelaar (=clitoris): Veroorzaakt seksuele prikkeling bij de vrouw. ​

Slide 17 - Tekstslide

Check vragen

Slide 18 - Tekstslide

Een eicel wordt ontwikkeld in de eierstokken, per hoeveel weken?
A
2 weken
B
4 weken
C
3 weken
D
5 weken

Slide 19 - Quizvraag

Waar vindt de bevruchting tussen de eicel en zaadcel plaats?
A
Baarmoeder
B
Eierstok
C
Eileider
D
Schede

Slide 20 - Quizvraag

Oefenen met: Examenvragen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Afsluiting van de les: 
  • Samenvatting (wat hebben we deze les gedaan?)
  • Terugblik op de leerdoelen
  • Reflectie op de werkhouding
  • Vooruitblik volgende les
  • Huiswerk

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoel:
Delen van de voortplantingsstelsels noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking beschrijven:

Vrouwelijk voortplantingsorgaan: 
– ligging, bouw en functie van eierstokken, eileiders, baarmoeder, schede (= vagina),
grote en kleine schaamlippen, kittelaar (= clitoris)
Mannelijk voortplantingsorgaan: 
– ligging, bouw en functie van balzak, teelballen/zaadballen, bijballen, zaadblaasjes,
zaadleiders, prostaat, penis, zwellichamen, urinebuis, voorhuid, eikel

Slide 27 - Tekstslide