Voor welke aandoening wordt het geneesmiddel thiamozol voorgeschreven?
A
Vertigo
B
Hypothyreoïdie
C
Hyperthyreoïdie
D
Ziekte van Hashimoto
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeneesmiddelenkennisMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Voor welke aandoening wordt het geneesmiddel thiamozol voorgeschreven?
A
Vertigo
B
Hypothyreoïdie
C
Hyperthyreoïdie
D
Ziekte van Hashimoto
Slide 1 - Quizvraag
Leg uit: waarom wordt er vaak bij een thyreostaticum ook een thyromimeticum gegeven?
Slide 2 - Open vraag
Symptomen zoals haartuival, koude rillingen, obstipatie en gewichtsverlies horen bij hyperthyreoïdie
Waar
Niet waar, hoort bij hypothyreïdie
Slide 3 - Poll
Welk van de volgende stoffen heeft ons schildklier nodig om levothyroxine te kunnen produceren?
A
Ijzer
B
Calcium
C
Jodium
D
Koper
Slide 4 - Quizvraag
Leg uit: wat houdt de term occlusie in en wanneer kan dit nodig zijn?
Slide 5 - Open vraag
Recidiverende maag- en darmzweren worden veroorzaakt door de H.pylori bacterie. Dit kan je het beste behandelen met.. (H12)
A
twee verschillende antibiotica en een maagbeschermer
B
twee soorten maagbeschermers en een antibioticum
C
Alleen één antibioticum en één maagbeschermer
D
Alleen een antibioticum is nodig
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een bekende bijwerking van inhalatiecorticosteroïden en hoe kan je dit voorkomen? (H21)
Slide 7 - Open vraag
Welk vitamine wordt gegeven aan een pasgeborene? (h24)
A
Vitamine D
B
Calcium
C
Vitamine C
D
Vitamine K
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat weet je al van oogaandoeningen en welke medicijnen ken je voor het oog?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Heb je wel eens gezien dat oogdruppels als oordruppels worden gebruikt?
Ja
Nee
Slide 13 - Poll
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wat is glaucoom?
Slide 20 - Open vraag
Welk medicijn kan worden voorgeschreven bij een ooginfectie?
A
Chlooramfenicol
B
Yellox
C
Allergodil
D
Diclofenac
Slide 21 - Quizvraag
Welk van de volgende geneesmiddelen kan je NIET geven bij glaucoom
A
Timolol
B
Dorzolamide
C
Latanoprost
D
FML liquifilm
Slide 22 - Quizvraag
Waarvoor wordt atropine voorgeschreven?
A
Als een lokale anestheticum bij een ingreep
B
Bij een oogonderzoek om de pupil te vergroten
C
Tegen ontstekingen door overgevoeligheidsreacties
D
Bij droge ogen
Slide 23 - Quizvraag
Wie heeft er wel eens een EU oogdruppels/oogzalven gegeven?
Ja, ik heb zelf een EU oogdruppels/zalven uitgevoerd
Nee, nog niet gedaan
Nee, niet zelf uitgevoerd, maar wel meegekeken met een collega
Slide 24 - Poll
Wat is belangrijk om te vertellen bij een oogdruppel/zalf instructie?
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Mevr. Y krijgt zowel oogzalf als oogdruppels voorgeschreven. Beide moet ze voor het slapen gaan gebruiken. Wat adviseer jij over het gebruik?
Slide 29 - Open vraag
Bilal heeft veel last van droge ogen. Hij krijgt artelac voorgeschreven. Bilal draagt ook lenzen. Moet hij eerst zijn lenzen eruit halen voordat hij mag druppelen?
Ja, je mag artelac niet gebruiken als je lenzen in hebt