criminaliteit 2: mavo 3

criminaliteit 2
mavo 3
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

criminaliteit 2
mavo 3

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoel 4: Je kan de begrippen waarde, norm, geschreven en ongeschreven regel en rechtsregel noemen, herkennen, beschrijven en toepassen en kan het verband tussen deze begrippen uitleggen.

Leerdoel 5: Je kan criminaliteit als een relatief begrip noemen, herkennen, beschrijven en toepassen en kent/weet daarbij de volgende voorbeelden van de relativiteit van criminaliteit voor het Nederlandse strafrecht.

Leerdoel 6: Je kent/weet de aspecten van de rol van media in de beeldvorming over criminaliteit.


Slide 2 - Tekstslide

Een waarde is iets wat je belangrijk vindt in het leven.
Een waarde bestaat meestal uit één woord.

Een norm is een gedragsregel. Regels of normen
ontstaan altijd vanuit een waarde.

Slide 3 - Tekstslide

Fatsoensnormen zijn ongeschreven regels

Slide 4 - Tekstslide

Rechtsregels
- Worden gemaakt door de overheid
- Zijn algemeen geldend-> voor iedereen
- De rechter ziet op de naleving

Slide 5 - Tekstslide

Criminaliteit als een relatief begrip 
Dat wat in de wet wordt omgeschreven als
crimineel gedrag kan verschillen per land en kan in een land wijzigen over de tijd heen.

Slide 6 - Tekstslide

 Gelegaliseerd 
  • Godslastering (verbod om kwaad te spreken over God of godsdienstige tradities belachelijk te maken) 
  • Homoseksualiteit 
  • Prostitutie (je lichaam verkopen voor geld) 
  • Abortus  
  • Euthanasie (een eind aan de leven mogen maken met behulp van een arts).

Slide 7 - Tekstslide

Als verbod opgenomen in de wet:

  • lijfstraffen (als straf slaan, schoppen etc.)
  • verkoop van alcohol aan minderjarigen 
  • illegaal downloaden.

Slide 8 - Tekstslide

Media
- aangrijpende criminele daden -> een groot bereik.

- geweld en andere opvallende vormen van criminaliteit relatief in media oververtegenwoordigd.

- beeldvorming  kan flink verschillen met de daadwerkelijk voorkomende criminaliteit.

Slide 9 - Tekstslide

Effecten van beeldvorming over criminaliteit
● Media kunnen bepaalde opvattingen over de oorzaken van criminaliteit en
kenmerken van criminelen versterken. stereotype beeld 

● Media spelen een rol in het tot stand komen van de publieke opinie 

● Volgens sommigen kunnen media ook van invloed zijn op het ontstaan van
crimineel gedrag. kopieer-gedrag 

● Er kan een verschil bestaan tussen de in een land voorkomende criminaliteit en de door burgers ervaren onveiligheid mede door berichtgeving van de media.

Slide 10 - Tekstslide




Vrijheid is een waarde.
Vrijheid is een waarde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag


Fatsoensnormen zijn...
A
geschreven regels
B
ongeschreven regels

Slide 12 - Quizvraag

Welke is een fatsoensnorm?
A
niet bumperkleven
B
geen afval op straat gooien
C
beleefd taalgebruik
D
niet fietsen zonder licht

Slide 13 - Quizvraag

Normen
Waarden
Normen of waarden?
Sleep naar normen of waarden.
Geduld
Iemand uitlachen is niet leuk.
Als je iets ergens van vindt, mag je dit zeggen
In de rij netjes wachten totdat je aan de beurt bent.
Vriendelijkheid
Vrijheid
Gelijkheid

Slide 14 - Sleepvraag

Wat bedoelen we met 'criminaliteit is relatief'
A
Het hangt af van wat je waarneemt
B
Het is tijd en plaatsgebonden
C
Het is aangeboren
D
Het is aangeleerd

Slide 15 - Quizvraag

Beeldvorming
A
(Nieuws)berichten van verschillende kanten belichten
B
Je laat alles tot je komen.
C
Het beeld dat mensen over iets hebben of krijgen.
D
Er is toezicht van de overheid op hetgeen de media naar voren brengen

Slide 16 - Quizvraag

De beeldvorming over de aard, omvang en de ontwikkeling van de criminaliteit klopt met de daadwerkelijk voorkomende criminaliteit.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Einde les

Slide 18 - Tekstslide