Wederopbouw dankzij Marshallhulp (= geldleningen uit de VS).
Opbouw van de verzorgingsstaat (= uitkeringen) dankzij minister-president Drees. (Uiteindelijk meer sociale grondrechten)
Slide 12 - Tekstslide
Willem Drees & koningin Juliana
Premier tussen 1948 en 1958.
SDAP
Verantwoordelijk voor opbouw van de verzorgingsstaat.
Koningin tijdens dekolonisatie.
Wilde altijd graag zeggen wat ze vond, maar dit mocht niet.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Sociale grondrechten 1983
Naast klassieke grondrechten zijn er sinds 1983 ook sociale grondrechten (overheid moet zorgen dat mensen een goed bestaan hebben)
Bescherming door de overheid
Recht op bestaanszekerheid
Recht op onderwijs
Recht op gezondheidszorg
Recht op woongelegenheid
Recht op bewoonbaarheid
Recht op werk
Recht op rechtsbijstand
Slide 15 - Tekstslide
Klassieke grondrechten
(Vanaf:..........)
Voorbeelden:
Sociale grondrechten
(Vanaf:...........)
Voorbeelden:
Slide 16 - Tekstslide
Kenmerken jaren '60 en '70 - I
Welvaart (= hogere lonen) NL wordt een consumptiemaatschappij (= mensen kopen steeds meer luxeproducten).
Amerikanisering = de NLse cultuur gaat steeds meer lijken op de Amerikaanse cultuur.
Slide 17 - Tekstslide
Kenmerken jaren '60 en '70 - II
Door welvaart, meer vrije tijd en amerikanisering ontstonden jongerenculturen als de nozems, provo’s en hippies. Zij hadden kritiek op gezagsdragers (politie, leraren, ouders, politici).
Slide 18 - Tekstslide
Nozems
Hippies
Provo
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Kenmerken jaren '60 en '70 - III
Jonge vrouwen startten de Tweede Feministische Golf. Dolle Mina verzette zich tegen ongelijkheid en wilden de ‘pil’ en ‘recht op abortus’.
Ontzuiling (= zuilen verdwijnen) en secularisatie (= meer ongelovigen).
Door de welvaart zijn gastarbeiders nodig voor het ongeschoolde, slecht betaalde werk. NL wordt een multiculturele of pluriforme samenleving.
Slide 23 - Tekstslide
www.facebook.com
Slide 24 - Link
npokennis.nl
Slide 25 - Link
Migranten
Doordat Nederlanders hoger opgeleid zijn, willen ze minder ongeschoold werk doen: gastarbeiders komen naar NL.
Uit kolonies (Suriname, Antillen + Indonesië) komen ook migranten.
Dit zorgt voor verschillende spanningen die nog steeds merkbaar zijn.