Welke invloed kan de overheid hebben op de economie?
Kernwoorden:
- anticyclisch
conjunctuurbeleid
- internationale
concurrentiepositie
In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.
Welke invloed kan de overheid hebben op de economie?
Kernwoorden:
- anticyclisch
conjunctuurbeleid
- internationale
concurrentiepositie
De overheid kan via haar begrotingsbeleid invloed uitoefenen op de conjunctuur.
De export heeft echter een grote invloed op de Nederlandse conjunctuur en daar speelt de overheid slechts een bescheiden rol in. Vooral de internationale concurrentiepositie is belangrijk.
De overheid kan negatieve gevolgen van een laagconjunctuur proberen tegen te gaan, door de overheidsbestedingen en/of de belastingen aan te passen:
Dit heet anticyclisch begrotingsbeleid.
Wat zijn de gevolgen voor de overheidsfinancien?
In een laagconjunctuur zijn de inkomsten van de overheid al lager (minder belastinginkomsten) en de uitgaven (meer uitkeringen)al hoger
Door een daling van de belastingen, dalen de inkomsten van de overheid en samen met een stijging van de overheidsuitgaven leidt dit tot een verslechtering van de overheidsfinanciën.
Wat zijn de gevolgen voor de overheidsfinancien?
In een hoogconjunctuur zijn de inkomsten van de overheid al hoger (meer belastinginkomsten) en de uitgaven (minder uitkeringen)al lager
Door een stijging van de belastingen, stijgen de inkomsten van de overheid en samen met een daling van de overheidsuitgaven leidt dit tot een verbetering van de overheidsfinanciën.
De tekorten die tijdens een laagconjunctuur zijn opgebouwd, zouden vervolgens dus weer moeten kunnen worden opgevangen met overschotten die ontstaan tijdens een hoogconjunctuur.
De conjunctuur verbetert ook als de export stijgt. Zeker in een land als Nederland, wat een zeer open economie heeft, is de internationale concurrentiepositie erg belangrijk.
De internationale concurrentiepositie wordt bepaald door de prijs en kwaliteit van onze producten in vergelijking met het buitenland.
De internationale concurrentiepositie kan dus verbeteren door een daling van het prijsniveau ten opzichte van onze concurrenten.
Dit kan doordat de loonkosten per eenheid product lager zijn dan in andere landen. Hierdoor kan prijsniveau lager blijven en verbetert dus onze internationale concurrentiepositie.
De loonkosten per eenheid product dalen als er sprake is van loonmatiging of een stijging van de arbeidsproductiviteit (waardoor productie omhoog gaat, zonder dat aantal werknemers en dus loonsom stijgt).
De internationale concurrentiepositie verbetert ook als we minder inflatie hebben dan in andere landen. Hierdoor wordt het land relatief goedkoper t.o.v. andere landen en verbetert de internationale concurrentiepositie. Inflatie in de hand houden is een taak van de (Europese) centrale bank en niet van de overheid.
progressieve belastingen: Bij een stijgend inkomen wordt er procentueel / relatief meer belasting betaald.
In tijden van hoogconjunctuur stijgen de inkomens. Door het progressieve belastingsysteem wordt de inkomensstijging beperkt (mensen gaan relatief meer belasting betalen). Hierdoor wordt de stijging van de conjunctuur beperkt.
Tijdens laagconjunctuur: lagere inkomens, relatief minder belasting betalen. Mensen houden relatief meer geld over, kunnen blijven besteden en daarmee wordt de laagconjunctuur beperkt.