Woorden HS 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Een tekst bestaat uit 3 delen. Welke volgorde is juist?

1. Inleiding, middenstuk, slot
2. Slot, middenstuk, inleiding
3. titel, middenstuk, slot
4. Titel, middenstuk, bron

Welke leesstrategie gebruik je voor het vinden van het onderwerp?

1. Globaal lezen
2. orienterend lezen
3. Precies lezen
4. zoekend lezen

Welke leesstrategie gebruik je bij het vinden van de hoofdgedachte?

1. Precies lezen
2. orienterend lezen
3. Globaal lezen
4. zoekend lezen

Welke leesstrategie gebruik je bij het vinden van deelonderwerpen?

1. Orienterend lezen
2. Precies lezen
3. Globaal lezen
4. Zoekend lezen

De hoofdgedachte vind ik door de vraag te stellen:
Waarover gaat de tekst?

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een synoniem voor bewonderaar?

1. Stalker
2. Aanbidder
3. Fan
4. Vijand

Andrea's vader heeft thuis een ... gekregen, hij ligt nu in het ziekenhuis

1. beroerte
2. ijsje
3. Boek
4. tegenvaller

Aan een belofte alleen hebben we niks, je moet .... wil ik je geloven.

1. Spreken is zilver, zwijgen is goud
2. Baat het niet dan schaadt het niet
3. De daad bij het woord toevoegen
4. Wie het kleine niet eert, wie het grote niet weerd.

Wat betekent: Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.

1. Het is soms goed om ergens niet over te praten.
2. Iets zeggen en dan onmiddelijk ook doen
3. De waarheid komt altijd boven water
4. Een leugen wint van de waarheid.

Wat betekent: ordinair

1. Buitensporig
2. Gewoon
3. opgewekt
4. bijzonder

Wat betekent: neutraal

1. Bevooroordeeld
2. Onpartijdig
3. Dronken
4. nuchter

Wat betekent: exclusief

1. Speciaal
2. Bij in begrepen
3. Rijk
4. Ook al

Wat betekent: ternauwernood

1. Ruimschoots
2. Nog net
3. Noodsituatie
4. Benauwdheid

Wat betekent: de klassieker

1. Rijk
2. Modern
3. Bijzonder
4. Iets van vroeger dat nu nog gebruikt wordt