Unt 1: Personal pronouns

Welcome Back
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welcome Back

Slide 1 - Tekstslide

Today's Program
- Introduction
- Lesson goals
- Grammar: Much/many + questions
- Unit 1 Grammar: Personal pronouns + questions
Check Answers
Evaluate
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Lesson Goals
Kennen/kunnen we:
- Much en many op de juiste manier gebruiken
- De persoonlijk voornaamwoorden in het Engels
- Kunnen we de persoonlijk voornaamwoorden gebruiken


Slide 3 - Tekstslide

Much/many

Slide 4 - Tekstslide

Much
Much gebruik je in combinatie met een zelfstandig naamwoord in enkelvoud. Ook gebruik je much wanneer een zelfstandig naamwoord niet telbaar is.

How much water did he drink? (enkelvoud + niet telbaar)
There isn't much milk (enkelvoud + niet telbaar)

Slide 5 - Tekstslide

Many
Many gebruik je in combinatie met een zelfstandig naamwoord in het meervoud. Ook gebruik je many wanneer een zelfstandig naamwoord telbaar is.

This house has many bedrooms (meervoud + telbaar)
There are many sweets on the table (meervoud + telbaar)

Slide 6 - Tekstslide

He doesn't have .... (much/many) money
A
much
B
many

Slide 7 - Quizvraag

I don't have .... (much/many) time
A
much
B
many

Slide 8 - Quizvraag

They have ... (much/many) problems
A
much
B
many

Slide 9 - Quizvraag

Sarah has .... (much/many) friends
A
much
B
many

Slide 10 - Quizvraag

How .... (much/many) apples do you want?
A
much
B
many

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 13 - Woordweb

What is a personal pronoun
A personal pronoun is a short word we use as a simple substitute for the proper name of a person.

The man in the black jacket walks fast.
Die man in de zwarte jas loopt snel.
He walks fast.

Slide 14 - Tekstslide

PERSONAL PRONOUNS

Personal pronouns say something about the person doing something.

She is very sweet.
They are always late.
Why do you like him?

Slide 15 - Tekstslide

LET OP! HET ENGELSE WOORD 'I' SCHRIJF JE ALTIJD MET EEN HOOFDLETTER, OOK AL STAAT HET MIDDEN IN DE ZIN!
Dit zijn persoonlijke voornaam-
woorden die gaan over het ONDERWERP. Ze staan aan het begin van de zin.

Slide 16 - Tekstslide

Watch out!
In het Engels heb je twee keer het persoonlijk voornaamwoord: you

you betekent: jij en jullie

Slide 17 - Tekstslide

Let op!
In het Nederlands heb je twee keer het persoonlijk voornaamwoord: zij

zij betekent: 1 meisje en een groep
 Zij heeft een hond.
Zij hebben een hond.

Slide 18 - Tekstslide

Fill in:
___ (ik) am 12 years old.
A
You
B
He
C
They
D
I

Slide 19 - Quizvraag

Fill in:
___ (zij) is late for school.
A
They
B
She
C
He
D
It

Slide 20 - Quizvraag

Fill in:
___ (hij) is taller than me.
A
he
B
we
C
she
D
you

Slide 21 - Quizvraag

_____(we) are going to play football.
A
you
B
we
C
I
D
they

Slide 22 - Quizvraag

Practice time
Page 16
Exercise 8 & 9
timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Check Answers

Slide 24 - Tekstslide

Evaluate & Planning
- We know all the personal pronouns in English
- We can use the personal pronouns properly

Slide 25 - Tekstslide