Ga in een kring staan.
Spreek af welke tafel jullie gebruiken. Bijvoorbeeld de tafel van 3. In dit geval mag je de getallen die hierin voorkomen NIET gebruiken: 3, 6, 9, 12 etc. zijn dus verboden.
De jongste leerling begint met tellen en zegt 1 (un)
De leerling rechts ernaast zegt nu 2 (deux).
De volgende zegt: 4 (quatre)…en geen 3, want dat getal komt voor in de tafel van 3.
Degene die toch een getal noemt uit de tafel van 3 is af en moet gaan zitten.
Wie blijft als laatste staan?
Nog een spel spelen? Neem dan nu een andere tafel. De tafel van 4 bijvoorbeeld.