Hoeken en lijnen trede 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welkom bij wiskunde

De evenwijdige lijnen zijn

1. c en d
2. a en b
3. c en e
4. d en e

Wat gebruik je voor evenwijdig?

1. 
2. 
3. 
4. 

Waarmee meet je loodrecht?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is loodrecht?

1. Als twee lijnen recht op elkaar staan
2. Als twee lijnen schuin met elkaar kruisen

De loodrechte lijnen zijn

1. c en d
2. a en b
3. c en b
4. d en e

Welke lijnen zijn loodrecht?

1. 
2. 
3. 
4. 

Deze lijnen zijn evenwijdig.

1. waar
2. niet waar

Schrijf in je schrift H5.1

a en b zijn snijdende lijnen, ze snijden elkaar in het snijpunt S

p en q staan loodrecht op elkaar, snijpunt R is een rechte hoek

Een hoek bestaat uit twee benen en een hoekpunt. Een hoekpunt geven we altijd aan met een hoofdletter. 

We zeggen hoek A

We schrijven L A

Schrijf in je schrift

De grootte van een hoek verandert NIET als je de benen langer of korter maakt. De hoeken blijven even groot.

Schrijf in je schrift

Wat is een stompe hoek?

Een hoek van..

1. 0 graden.
2. minder dan 90 graden.
3. 90 graden.
4. meer dan 90 graden.

Wat voor hoek is hoek B?

1. Scherpe hoek
2. Stompe hoek
3. Rechte hoek
4. Geen idee

Wat is hoek B voor een hoek?

1. Rechte hoek
2. Inspringende hoek
3. Gestrekte hoek
4. Stompe hoek

Wat is hoek D voor een hoek

1. Gestrekte hoek
2. Rechte hoek
3. Inspringende hoek
4. Volle hoek