Toets H3*

Toets H3
  • De toets wordt gemaakt in lessonUp
  • Het cijfer wat je haalt telt 1x mee, omdat je nu je boek erbij mag gebruiken
  • SUCCES!!!!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Toets H3
  • De toets wordt gemaakt in lessonUp
  • Het cijfer wat je haalt telt 1x mee, omdat je nu je boek erbij mag gebruiken
  • SUCCES!!!!

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van de Grieken en Romeinen was in welke periode?
A
3000 v Chr - 500 na Chr
B
1500 v Chr - 500 na Chr
C
2000 v Chr - 100 na Chr
D
2500 v Chr - 750 na Chr

Slide 2 - Quizvraag

Van welke bevolking hebben de Romeinen veel overgenomen?
A
Egyptenaren
B
Germanen
C
Grieken
D
Hunnen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een kolonie?
A
Een stukje land in Griekenland
B
Een deel van Griekenland in Italie
C
Grondgebied van een Griekse stadstaat in Griekenland
D
Grondgebied van een Griekse stadstaat buiten Griekenland

Slide 4 - Quizvraag

Waarom stichtte de Grieken koloniën?
A
Door het klimaat in Griekenland was landbouw moeilijk
B
Veel Grieken hadden geen zin om zich met landbouw bezig te houden
C
De Grieken wilde graag een rijk opbouwen
D
De Grieken waren plunderaars

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een directe democratie?
A
Een plan dat de minste stemmen kreeg ging door
B
Een klein aantal mensen mochten stemmen
C
Een plan met de meeste stemmen ging door
D
Alleen de vrouwen mochten stemmen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een senaat ?
A
Leiders van het Romeinse Rijk
B
Vergadering waarin belangrijke beslissingen werden genomen
C
Soldaten van het Romeinse Rijk
D
Ministers van de koning

Slide 7 - Quizvraag

Wat vindt er plaats in een Senaat?

Slide 8 - Open vraag

Op welke manier profiteerde de bevolking van een Romeinse bezetting?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de naam van een grens in het Romeinse Rijk en welke natuurlijke grens lag dwars door Nederland?
A
Limes en de Rijn
B
Limes en de Maas
C
Grens en de Rijn
D
Lijn en de grens

Slide 10 - Quizvraag

Beschrijf hieronder wie Julius Ceasar was en waarom hij werd vermoord.

Slide 11 - Open vraag

Wat namen de Romeinen over van de Grieken? Typ dat hieronder:

Slide 12 - Open vraag

In wat voor soort huizen leefden de arme Romeinen
A
Villa
B
Insula
C
Badhuis
D
Rijtjeswoning

Slide 13 - Quizvraag

Omschrijf in je eigen woorden waarom een Insula gevaarlijk was

Slide 14 - Open vraag

Wat was het Colosseum?
A
Een plaats
B
Een theater
C
Een gladiator
D
Een voorstelling

Slide 15 - Quizvraag

In welk land leefden de Joden?
A
Palestina
B
Griekenland
C
Egypte
D
Rome

Slide 16 - Quizvraag

In welke 2 rijken werd het Romeinse Rijk verdeeld?
A
Noord en Zuid Romeinse Rijk
B
Oost en Noord Romeinse Rijk
C
West en Oost Romeinse RIjk
D
Zuid en West Romeinse Rijk

Slide 17 - Quizvraag

Voor welk volk waren de Romeinen doodsbang?
A
De Germanen
B
De Hunnen
C
De Grieken
D
De indiers

Slide 18 - Quizvraag

Schrijf in je eigen woorden wat de grote volksverhuizing is?

Slide 19 - Open vraag

Welke nieuwe godsdienst ontstond in het Romeinse Rijk
A
Christendom
B
Islam
C
Katholieken
D
Protestanten

Slide 20 - Quizvraag

Beschrijf 3 zaken wat we hebben over gehouden uit de tijd van de Romeinen

Slide 21 - Open vraag

Wat was een belangrijke boodschap van Jezus?
A
Iedereen moet naar mij luisteren
B
Iedereen is gelijk en we zorgen voor elkaar
C
Hij maakte de rijken nog rijker
D
Met geweld zorgde Jezus voor macht

Slide 22 - Quizvraag

Omschrijf in eigen woorden waarom Jezus werd gekruizigd

Slide 23 - Open vraag