1TH EN 05/11
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vocab A test
Wat betekent "often"
Wat betekent "often"
A
vaak
B
soms
C
druk
D
tijdens
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent "to hang out"
A
lezen
B
rondhangen
C
schrijven
D
wakker worden
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent "sometimes"
Slide 4 - Open vraag
Wat betekent "sure"
Slide 5 - Open vraag
Wat betekent "period"
Slide 6 - Open vraag
Bag
Pencil
during
busy
break
Sleep de Nederlandse vertaling naar de Engelse woordjes
druk
potlood
rugtas
pauze
tijdens
Slide 7 - Sleepvraag
- Write down as many words about school as you can.
– You get 60 seconds.
– You get 60 seconds.
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Tekstslide
Ordinals = rangtelwoorden
Geef een voorbeeld in het Nederlands
Geef een voorbeeld in het Nederlands
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Ordinals, what is the rule of thumb?
(=basisregel)
(bijv. zesde, tiende, veertiende)
(=basisregel)
(bijv. zesde, tiende, veertiende)
A
st, for example 1st
B
nd, for example 2nd
C
rd, for example 3rd
D
th, for example 4th
