Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Wereldoriëntatie 7/8 - Algemeen tekstbegrip | Vluchtelingen wereldwijd
Ik wil meer weten!
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Wereldoriëntatie
Basisschool
Groep 7,8
Les van
Kidsweek in de Klas
In deze les zitten
11 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Introductie
Digibordles
Onderdelen in deze les
Ik wil meer weten!
Slide 1 - Tekstslide
Ik
weet
meer over vluchtelingen wereldwijd.
Ik
ken
het verschil tussen een asielzoeker en een
vluchteling.
Ik
weet
wat het Vluchtelingenverdrag inhoudt.
Slide 2 - Tekstslide
Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?
Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
Wat is dit voor tekst?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
Wat weet je er al van?
Interview je maatje!
Slide 3 - Tekstslide
Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de
vragenmuur.
Heb je vragen als je naar de tekst kijkt?
Slide 4 - Tekstslide
Woordenschat:
wereldwijd, slaan op de vlucht,
ellende, piepklein, opgevangen, buurland,
Vluchtenlingenverdrag, afkomst, op wie je valt, asiel,
Verenigde Naties, wél.
De leerkracht doet het voor.
Slide 5 - Tekstslide
Woordenschat:
asielzoeker, uitgezocht,
waarschijnlijk, teruggestuurd.
We doen het samen!
Slide 6 - Tekstslide
Tekstgerichte vragen:
Wat is een ander woord voor asiel?
Welk land vangt de meeste gevluchte mensen op?
Zijn er meer mensen op de vlucht binnen of buiten
hun eigen land? Leg uit.
Je vlucht als je in een land niet veilig bent. Wanneer
voel jij je veilig?
Wat zou jij willen vragen aan iemand die gevlucht is?
Bedenk twee vragen.
Vat de tekst in tweetallen verder samen. Maak daarna de tekstgerichte vragen.
Slide 7 - Tekstslide
Tekstgerichte vragen:
Lees deze zinnen nog eens:
- De meeste mensen (70%) worden opgevangen in hun buurlanden.
- De rijkste landen vangen maar weinig mensen op. De meeste mensen die op de vlucht zijn (76%) worden opgevangen in lage- en middeninkomenslanden.
Welke stelling klopt?
1. De meeste buurlanden zijn waarschijnlijk lage- en
middeninkomenslanden.
2. De meeste buurlanden zijn waarschijnlijk rijke
landen.
Vat de tekst in tweetallen verder samen. Maak daarna de tekstgerichte vragen.
Slide 8 - Tekstslide
Cito-vraag:
Stel: je wilt meer weten over de situatie in
Venezuela
en waarom mensen daarvandaan vluchten.
Welke zoekterm zou je gebruiken?
A. Venezuela
B. Armoede in Venezuela
C. Reisadvies voor Venezuela
D. Natuur in Venezuela
Slide 9 - Tekstslide
Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.
Zijn er nieuwe vragen ontstaan?
Schrijf ze op post-its.
Heeft de schrijver het beoogde doel bereikt?
Wat hebben jullie opgeschreven?
Slide 10 - Tekstslide
Tot de
volgende keer!
Slide 11 - Tekstslide