HA1: werkwoorden op s-klank

werkwoorden
met stam op -s, -ß, -z
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

werkwoorden
met stam op -s, -ß, -z

Slide 1 - Tekstslide

Doel:

Ik weet wat regelmatige werkwoorden zijn

Ik kan regelmatige werkwoorden vervoegen

Ik weet hoe ik onregelmatige werkwoorden met een stam op -s, -ß of -z moet vervoegen

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Hoe maak je ook alweer de stam van het werkwoord?

Slide 4 - Open vraag

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: wohnen, stam:wohn
ich wohn e
du wohn st
er/sie es wohn t
wir wohn en
ihr wohn t
sie wohn en
Sie wohn en


Slide 5 - Tekstslide

Werkwoorden met stam op -s, -ß of -z
werkwoord: reisen, stam:reis
ich reis e
du reis t
er/sie es reis t
wir reis en
ihr reis t
sie reis en
Sie reisen

Slide 6 - Tekstslide

sitzen
werkwoord: sitzen, stam:sitz
ich sitz e
du sitz t
er/sie es sitz t
wir sitz en
ihr sitz t
sie sitz en
Sie sitz en

Slide 7 - Tekstslide

heißen
werkwoord: heißen, stam: heiß
ich heiß e
du heiß t
er/sie es heiß t
wir heiß en
ihr heiß t
sie heiß en
Sie heiß en

Slide 8 - Tekstslide

Er kauf..... eine Cola
A
kauft
B
kaufe
C
kaufst
D
kaufen

Slide 9 - Quizvraag

Wir sitz...... im Bus
A
sitze
B
sitzt
C
sitzen
D
sitzst

Slide 10 - Quizvraag

Pieter ha..... keine Zeit
A
habe
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 11 - Quizvraag

Rei........ du morgen nach Italien?
A
reise
B
reist
C
reisen
D
reisst

Slide 12 - Quizvraag

Wie hei....... das Mädchen?
A
heiße
B
heißen
C
heißt
D
heißst

Slide 13 - Quizvraag

Der Junge spiel...... Fußball
A
spielt
B
spiele
C
spielst
D
spielen

Slide 14 - Quizvraag

Evaluatie

Slide 15 - Tekstslide

Wat vind je nog lastig?

Slide 16 - Open vraag