6.3 Met werk kom je verder

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Welkom in de les

Een pen gepakt

opgeborgen

Op de grond

Aandacht!!!

thema werk

Thema werk

paragraaf 6.3

boek blz. 152

TO DO 

1. Nakijken vorige les en lezen boek op blz. 152.

2. LessonUp. Bekijk de filmpjes, beantwoord de vragen en luister naar de uitleg.

3. Maak je werkboek. paragraaf 6.3

Samen nakijken

6.2 Hoe kom je aan werk.....

Opdracht 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 op 

blz. 149 t/m 151.

Wat is het verschil tussen wit en zwart werken?

Wat is solliciteren?

Doel van de les

Je kan uitleggen hoe je maatschappelijke postitie wordt bepaald.

Je kan uitleggen wat een maatschappelijke ladder is.

Gezamenlijk lezen:

 paragraaf 6.3

boek blz. 152

Wat bedoelen we met maatschappelijke ladder?

Alle beroepen op een rij

Je eigen prestaties en inzet bepalen je positie op de maatschappelijke ladder.

Hoe meer je je inzet hoe hoger je komt.

wat is sociale mobiliteit?

Als je klimt op de maatschappelijke lader dan noemen we dit sociale mobiliteit.

Waar je vandaan komt en geld waren vroeger hierin erg belangrijk.

Nu is het vooral je persoonlijke eigenschappen die er voor zorgen dat je klimt.

00:00

wie denk je dat de rijkste familie is van Nederland?

03:56

Vertel in het kort waar de video over gaat.

Wat bepaalt je positie op maatschappelijke ladder

1. Afkomst
2. Opleiding
3. persoonlijke eigenschappen
4. Alle drie goed

Wat bepaalt jouw positie op de maatschappelijke ladder niet?

1. inkomen
2. macht
3. geloof
4. talent

Een chirurg staat hoger op de maatschappelijke ladder dan een huisarts.

1. Waar
2. Niet waar

Hoe kun je klimmen op de maatschappelijke ladder?

Mensen die niet veel werken komen lager op de maatschappelijke ladder.

1. Waar
2. Niet waar

Het stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder is?

1. Sociale mobiliteit
2. Sociale ongelijkheid
3. Maatschappelijke verandering
4. Maatschappelijke ongelijkheid

Min-Pres Mark Rutte heeft zijn plek op de maatschappelijk ladder vanwege...

1. geld
2. macht
3. kennis
4. talent

Aan de slag

Maken: Opdracht 1, 3, 4, 5, 6 en 7 op bladzijde 153 t/m 155.