Nederlands Strux H 17 woorden met -a, -o en -u aan het einde

Waar ging de vorige les over?
We hebben geleerd hoe je woorden schrijft met 
-ieuw en -eeuw aan het einde en hoe je ze in lettergrepen verdeelt:
kieuw - kieu - wen
leeuw - leeu - wen

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 7

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waar ging de vorige les over?
We hebben geleerd hoe je woorden schrijft met 
-ieuw en -eeuw aan het einde en hoe je ze in lettergrepen verdeelt:
kieuw - kieu - wen
leeuw - leeu - wen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les:
Ik weet hoe ik de woorden moet schrijven die aan het einde een -a, -o of -u hebben.
Ik weet hoe ik deze woorden in het meervoud zet.
Ik weet hoe ik het verkleinwoord hiervan moet schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

auto
auto's
autootje

Slide 3 - Tekstslide

pizza
pizza's
pizzaatje

Slide 4 - Tekstslide

paraplu
paraplu's
parapluutje

Slide 5 - Tekstslide

Het meervoud van orka is:........

Slide 6 - Open vraag

Het verkleinwoord van orka is:...

Slide 7 - Open vraag

Het meervoud van euro is:....

Slide 8 - Open vraag

Het verkleinwoord van menu is:...

Slide 9 - Open vraag

Maken
H 16: opdracht 1, 2, 3, 4, 5 (blz. 70 t/m 72)
H17: opdracht 1, 2, 3, 4, 5 (blz. 73 t/m 


Slide 10 - Tekstslide